9 greep G, de teekenstift haren hoogsten stand inneemt, waarna men het vastzet door middel der klemschroef, op het gebogen gedeelte van den omgangsarm. De op en neergaande beweging van teeken en punteerstift kan worden geregeld met behulp der zich bij het instrument bevindende geelkoperen schijfjes. Bij het vergrooten, wanneer de teeken- of punteerstift zich in de huls der omgangsstift bevindt, is het gewenscht een afzonderlijk stuk koord te gebruiken, dat men door middel der klemschroef vastmaakt aan het gebogen gedeelte van den omgangsarm; dit koord brengt men, evenals bij het verkleinen, naar de katrol aan de huls der omgangsstift en van hier, onmiddellijk naar het klemarmpje dat beneden deze katrol aan de teekenstift bevestigd is. Wijl bij het vergrooten het instrument ook aan de greep G bewogen wordt, zoo kan door deze greep op te tillen of neer te drukken, ook in dit geval de teeken-of punteerstift op en neer bewo gen worden. Is het instrument in rust dan wordt de greep G en dus ook de teekenstift, door een kleine spiraalveer in de hoogte gehouden. Deze inrichting is als zeer doelmatig en duurzaam bevonden. 5. Het kleine steunstuk, dat door middel van een veerend huisje aan de omgangsstift zit, kan zoo gesteld worden, dat de punt der omgangsstift zich rakelings over het papier beweegt; zonder het papier door de punt der omgangsstift te beschadigen kan men dus nauwkeurig de stift over eene lijn voortbewegen. Bij het punteeren schroeft men dit steunstuk een weinig in de hoogte, eveneens de omgangsstift, deze door middel der aan haar boveneinde aanwezige moer met veerende huls, de punt zweeft dan eenige milimeters van het papier, bij ieder over te nemen punt kan zij, door met den wijsvinger te drukken, op en neer bewogen worden, wat het nauwkeurige overnemen zeer vergemakkelijkt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 9