Waarnemende Adjunct-Controleurs voor de grondbelasting.
De ondergeteekende brengt, ingevolge machtiging van zijne Excellentie den
Minister van Financien, ter kennis van ontvangers der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzendat het voornemen bestaat aanvankelijk één en
later misschien nog eenigen hunner, op een traktement van f 1600 'sjaars,
als waarnemend adjunct-controleur tijdelijk werkzaam te stellen aan contróles
der directe belastingen en van het kadaster, ten einde zich toe te leggen op
het verkrijgen der kennis noodig voor de uitvoering der wet op de grond
belasting, in het bijzonder wat de schatting van gebouwde eigendommen
betreft.
Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, kunnen zich, mits
ongehuwd zijnde, persoonlijk bij hem aanmelden vóór 1 April 1895.
Dit laatste geldt ook voor surnumerairs bij dat dienstvak, die verlangen
tot gelijk einde aan eene contróle der directe belastingen en van het kadaster
te worden gedetacheerd, op gelijken voet, als ten aanzien van detacheering
voor de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten is vastgesteld bij Koninklijk
besluit van 25 Februari 1894, No. 28 (Verzameling No. 19).
's GRAVENHAGE, 4 Maart 1895.
De Hoofddirecteur der directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen bij het Departement van Financiën,
Bovenstaande advertentie o. a. voorkomende in „de Fiscus" No. 323 gaf
in No. 325 van dat weekblad J. aanleiding tot de volgende vragen en op
merkingen
„Wat is het doel dezer oproeping; betreft zij den gewonen dienst of staat
zij in verband met de aanstaande herziening der gebouwde eigendommen?
„Welk werk zal de té benoemeir adjunct-controleur hebben te verrichten,
wil hij aan zijne bestemming beantwoorden, om den controleur tot assistentie
te verstrekken.
„Het ligt in den aard der zaak dat dit werk is, dat niet aan klerken kan
worden opgedragen; voor dergelijk werk toch bestaat geene behoefte aan hulp
de hulp is in hoofdzaak noodig voor de volgende werkzaamheden;
PlSTORIUS.