132
„of geteekend door iemand, die geen eigenaar was, of die het beheer
„over zijne goederen miste, draagt geen rechten over.Maar
„geheel anders is het, wanneer de akte op wettige wijze is tot stand
„gebracht door iemand, die op dat oogenblik bevoegd was tot han-
„delendan ontleent hij, die met hem gehandeld heeft, daaraan wel
„degelijk rechten. Op dien grond zou ik hem, te wiens op
zichte de verbintenis niet is nagekomen (art. 1303 B. W.), hem,
„wiens recht door de handeling bedriegelijk verkort is (art. 1377
„B. W.), hem, die uitkeering van een wettelijk erfdeel verlangt
„(art, 976 B, W.niet meer willen geven dan of eene vordering
„beperkt tot de eerste hand, öf wel, zoo zij ook tegen derden zal
„blijven gelden, niet anders dan onder teruggave van den besteden
„koopprijs, gelijk in het geval van art. 637 B. W. Waar men
„alleen aan heeft vast te houden, is vooreerst, dat tegenover derden
„niets geldt dan hetgeen overgeschreven is, en dus alles, wat daar-
„voor vatbaar is, aan de formaliteit moet worden onderworpen" 1).
A. Moll: „Ook uit een oogpunt van billijkheid is er veel te
„zeggen vóór 't systeem van 't Ontwerp 1820 dat de vernie-
iitiging van vernietigbare handelingen niet tegen derden werkt. Het
„grondboekstelsel gaat echter verder. Ook wanneer niet tengevolge
„van vernietigbare handelingen, doch van handelingen, die absoluut
„nietig zijn en op zich zelve geenerlei rechtsgevolg hebben, eene
„inschrijving in het Grondboek is verkregen, immers in alle gevallen
„handhaait het stelsel het ingeschreven recht van derden, die te
„goeder trouw waren"2)
Alzoo in de gevallen van ontbinding of vernietiging van overeen
komsten zal het zakelijk recht niet vervolgd kunnen worden tegen
bona fide derden (die verkregen onder bezwarenden titel Maar
dit is voor die gevallen het positieve stelsel pur et simpleechter
zonder de waarborgenwelke dat stelsel biedt tegen boeking van ver-
nietigbare handelingen, of tegen rechtshandelingen van erfgenamen
met betwistbare aanspraken
Alleen zou tegen derden blijven werkende volstrekte nietigheid
van titels. Is het aantal dergelijke titels uiterst gering, dan nadert
Handelingen Ned. Jur.-Ver., 1893, I. bl. 108, 110.
T. z. p., bl. 263.