146 nemen het horizontaal oppervlak gebracht door den middelbaren stand der zee op de kusten van dat landde heer van Diesen betoogt verder dat de invoering van één algemeen vlak voor geheel Europa de voorkeur verdient en dat zulk een vlak o. a. zou kunnen worden aangegeven door het groot aantal merken, die in Nederland door de Rijkswaterpassing met groote nauw keurigheid onderling en met de merken der aangrenzende landen verbonden zijn. Ingevolge het bovenvermelde besluit van de vergadering te Innsbruck ont vingen wij onder dagteekening van 20 September 1894 de uitnoodiging even- tueele voorstellen tot verandering in de conventie, vóór 1 December daar aanvolgende ter kennis te willen brengen van het centraal bureau. De vele bezwaren die de tegenwoordige organisatie aankleven, hebben ons aanleiding gegeven een voorstel tot reorganisatie van de internationale vereeniging voor aardmeting in te dienen. Dat voorstel, waarvan door ons tevens mededeeling gedaan werd aan de leden van de geodetische commissiën in de verschillende landen, volgt als bijlage A achter dit verslag.1) Werkzaamheden der commissie. De werkzaamheden der commissie hadden in 1894 betrekking op de primaire driehoeksmeting de secundaire driehoeksmeting de slingerproeven de lengte- breedte en azimutbepaling. Primaire driehoeksmeting. Het personeel bij de commissie in dienst werd bij den aanvang van het jaar met twee ingenieurs vermeerderd door de be noeming van de civiel-ingenieurs F. J. H. M. Thijs en S. J. H. van Embden. De commissie kon daardoor bij den aanvang van de terreinwerkzaamheden over zeven ingenieurs beschikken waardoor het mogelijk werd om, naast eene ploeg belast met de voortzetting der verkenning en het inrichten der stations, twee ploegen met de uitvoering der hoekmetingen te belasten. Aan den ingenieur Heuvelink die belast was met de uit te voeren verkenningen enz. werden toegevoegd de ingenieurs Visser en Doublet. Met de uitvoering der hoekmetingen werden belast de ingenieurs Wildeboer en van Eyk Bijleveld aan wie respectievelijk de heeren van Embden en Thijs werden toegevoegd. Vrij spoedig na den aanvang der werkzaamheden moest hierin echter ver andering worden gebracht. In de laatste dagen van April werden van de ingenieurs der commissie de heeren Visser en van Embden benoemd tot adspirant-ingenieur bij 's Rijks telegraphie om met 1 Mei daaraanvolgend reeds in dienst te treden. Daar het niet mogelijk was in zoo korten tijd het personeel aan te vullen en wanneer zulks ook al mogelijk geweest ware, de nieuwbenoemde ingenieurs Hier niet overgenomen. [Red.]

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 148