14 twee kleine hoeken. Is Os de meridiaan en OT de parallel (fig. 7) dan is t Z UOs Z TOV. Men kan de driehoeken UOs en TOV, waarin deze hoeken voor komen in één figuur vereenigen, door TOV om O 90° terug te draaien, (fig. 10). Daar Os OT, vallen daarbij s en T in s samen, zoodat Z UOW t en verder OU p en OW q. De lijn UsW zal recht zijn, daar men heeft:.(zie fig. 7) Z UsO 2 Z sOa, Z OTV 2 Z TOa, Z UsO Z OTV 2 (Z sOa Z aOT) 2 X 90° 180°; in fig. 10 is dus ook Z Us W Z UsO Z Os W 180°. Het punt s ligt op het midden der rechte lijn UW. De figuur OUsW (fig. 10) kan derhalve uit de gegevens p, q en t ge- constueerd worden. Deelen wij nu de hoeken OsU en WsO middendoor, dan zullen de assen der ellips evenwijdig loopen aan deze deellijnen, zoodat de lijnen OA en OB, door O daaraan evenwijdig getrokken, de richting en ligging der kleine en groote assen aangeven, Daar Us (a b) en Os (a b) heeft men voor de halve groote as a Os Us. en voor de halve kleine asb Os Us. Zoolang de hoek UOW t positief is, zal ook de hoek OsU kleiner zijn dan 180°; de hoek sOA, dat is de hoek op aarde tusschen den meridiaan en de richting, die in projectie de minimum- vergrooting ondergaat, is dus voor positieve t kleiner dan 90°. •Evenzoo de hoek tusschen de projectie van den meridiaan en de korte as der ellips. Is t negatief, dat wordt Z OsU (zie fig. 11) grooter dan 180°, en zoowel Z sOA op aarde, als Z UOA in projectie, de hoek tusschen meridiaan en korte as, zijn grooter dan 90°. De korte as der ellips ligt altijd tusschen de beenen van dien hoek tusschen meridiaan en parallel, welke in projectie grooter is dan 90°. De lengte der halve assen a en b kan in de gegevens p, q en t worden uitgedrukt. Men heeft namelijk in figuur 10: UW2 UO2 d- WO2 2 UO X WO cos UOW. 4 Us2 p2 q2 2pq cos t,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 14