154 Sommige denkbeelden, in de nota slechts aangegeven, zouden tot eene verhandeling kunnen uitgewerkt worden, evenwel, meer uitvoe righeid zou misschien deels overbodig zijn geweest, deels aan de duidelijkheid hebben geschaad. Niets echter zou ondergeteekenden aangenamer zijn, dan in de gelegenheid te worden gesteld, sommige punten, waarvan de strekking niet voldoende duidelijk mocht zijn, nader toe te lichten, en vooral, gehoord te worden over bezwaren en bedenkingen, welke tegen de voorgestelde hervorming mochten rijzen. Indien zij het zelfs wagen te kennen te geven, dat zij meenen zich te mogen sterk maken, alle bedenkingen en bezwaren te kunnen weerleggen of tot geringe proporties terug te brengen, zoo moge Uwe Excellentie daarin geen overmoedige eigenwaan zien, maar de bescheiden uiting eener besliste overtuiging omtrent de gewenschte kadastrale hervorming, door alle werkelijk zaakkundigen gedeeld. Met verschuldigden eerbied hebben .ondergeteekenden de eer te zijn, Uwer Excellenties dienstw. dienaren E. Barenbroek. I. Boer, Hzn. G. A. Engelmann. Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 156