158
geacht, dan kan hieraan geene andere beteekenis worden gehecht,
dan dat het bestaande kadaster niet voldoet aan de eischen des tijds.
Aan deze eischen wordt echter niet voldaan alléén door grootere
nauwkeurigheid in de meting of door het opmeten van alle mogelijke
toevallige scheidinkjes tot in de grilligste bochtjesdaarvoor is noodig
eene, aan de hermeting voorafgaande delimitatie der eigendommen,
welke op haar beurt duurzaam nuttig effect mist, indien geen
bewijskracht in rechte aan de uitkomsten der meting wordt toege
kend en geen maatregelen worden genomen om de oorspronkelijke
nauwkeurigheid der meting in de bijhouding te behouden.
Het nut en de duurzaamheid van een kadaster hangen samen met
de juridieke en technische grondslagen in onderling verband.
Hoe gebrekkig onze wetgeving op de eigendomsverkrijging van
onroerende goederen moge zijn, het aantal gevallen, dat feitelijk de
geldigheid van een titel wordt betwist, is onbeteekenend vergeleken
bij het aantal grensgeschillen. Deze vindt men letterlijk overal.
De rechtsonzekerheid van den grondeigendom uit onvoldoende
grensbepaling voortvloeiend, is daarom veel grooter en algemeener
dan die uit gebrekkige titels. De onzekerheid geeft aanleiding tot
een voortdurenden strijd om het bezit langs de grenzen, waarbij ten
slotte de slimste, de handigste of de brutaalste dus het recht
van den sterkste zegeviert.
Slechts een klein deel van de grensgeschillen worden voor den
rechter gebracht, want de proceskosten zijn bijna altijd veel hooger
dan de betwiste strook gronds waard is Bij rechtsgedingen verkeert
de bezitter (gedaagde) in buitengewoon gunstige positiereeds is het
een voordeel voor hem, dat zijn bezit door de actie erkend wordt.
Zelden heeft de eischer andere bewijsmiddelen dan het in grensge
schillen zoo uiterst onzekere getuigenbewijs. en zijn kans om het
proces te winnen, is daarom zeer gering. Fèlix de Robernierprési
dent eener Fransche rechtbank, die zich zeer verdienstelijk heeft
gemaakt met een onderzoek naar de grondslagen voor een eigen
domskadaster, schrijft in zijn bekend werk De la preuve du droit
de propriété en fait d'immeubles o. a. het volgende (tome II, p. 16):
„Une fois acquise, la possession parée et qualifiée se pose hardi-
„ment en face du droit de propriété. Elle l'éclipse provisoirement,