174 keurdde Regeering behoeft slechts hare hand uit te strekken om de rijpe vrucht te plukken. De literatuur over dit onderwerp, waarin de resultaten van veel zijdige studiën, grondige onderzoekingen en rijpe ervaringen, zoo hier als elders, zijn neergelegd, is zeer omvangrijkdoch van prin cipieel meeningsverschil vindt men nauwelijks een spoor meer. Mochten er hier te lande nog twijfelaars zijn, dan wagen zij het toch niet, den strijd over de geformuleerde grondslagen van een eigendomskadaster in het openbaar aan te binden. Hun moed, voor hun gevoelen uit te komen, kan zich hoogstens geopenbaard hebben in adviezen, niet voor openbaarmaking bestemd hun taktiek kan dan slechts neerkomen op een streven, om de gewenschte hervorming tegen te houden door haar dood te zwijgen of door argumenten aan te voeren, welke het volle daglicht schuwen. Mochten dergelijke adviezen onder de oogen van Uwe Excellentie zijn gebracht, zoo verzoeken ondergeteekenden op nieuw met eer biedigen aandrang daarover te mogen worden gehoord en „indien „zij het zelfs wagen te kennen te geven, dat zij meenen zich te „mogen sterk maken, alle bedenkingen en bezwaren te kunnen weer leggen of tot geringe proporties terug te brengen, zoo moge Uwe „Excellentie daarin geen overmoedigen eigenwaan zien, maar de be scheiden uiting eener besliste overtuiging omtrent de gewenschte „kadastrale hervorming, door alle werkelijk zaakkundigen gedeeld" (brief dezerzijds van 20 October 1892.) Bestuur en redacteur der Vereeniging en van het tijdschrift voor kadaster en landmeetkunde, J. W. v. Buren-Lensink. C. W. Gombault. C. J. COLPA. I. Boer, Hzn. (Op bovenstaand schrijven werd niet geantwoord

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 176