181
We varen tot Andernachdaar werd gewend ten einde terug te
varen tot Remagen, waar in het hotel Fürstenberg het middagmaal
zou worden gebruikt.
Naarmate het feest verliep, steeg de feestvreugde.
Het feestmaal te Remagen was een grootsche herhaling van zijn
voorganger te Godesberg, aan toosten geen gebrek, geheel onder den
indruk der genotvolle dagen te Bonn doorgebracht werd door ons
Hollanders, onder verwijzing naar onze stamverwantschap, een dronk
gewijd aan het geheele Duitsche Volk, en verzochten we den leden
van dat groote gezin, in wier gezelschap we op dat oogenblik waren,
aan te heffen het lied Deutschland, Deulschland über alles.
Een storm van geestdrift brak los.
Herr Oberkataster-Inspektor Joppen uit Straatsburg beantwoordde
onze hulde, en verzocht ons dringend een volgend jaar weerom te
komen.
We raden onze ambtgenooten ten zeerste aan, indien ze enkele
dagen in ongekunstelde gezelligheid willen doorbrengen, aan die uit-
noodiging gehoor te geven.
Om vijf uur verlieten we met de Elsa Remagen, met bestemming
Königswinler. Nog een kort bezoek konden we aan den Drachenfels
brengen, om 7 uur moesten we met onze Düsseldorfsche ambtge
nooten de terugreis aanvaarden, wijl we den Maandag, in Düsseldorf
bij collega Walraff zouden doorbrengen.
Maandag namiddag bezichtigden we het Stadt-Vermessungsambt.
Te vroeg moesten we met een hartelijk anf Wiedersehen van
onzen gastheer en zijne beminlijke echtgenoote scheiden een schat
van aangename herinneringen aan de te snel vervlogen dagen mede
nemend.
Augustus 1895.
C. W. Hoffmann.