190
Javanen is niet aan overschrijving of registratie onderworpen, zij heeft
in den regel onderhandsch, mondeling, of voor het dessabestuur of
den priesterraad plaats, zoodat officiëele controle niet mogelijk is.
Daarbij komt nog de groote onverschilligheid van den Javaan omtrent
de grenzen van zijn grond. Nu bovendien gebleken is, dat de inlander
geen gebruik maakt van de agrarische wet op de conversie van zijn
grondbezit in eigendom heeft men de reeds aangevangen perceels
gewijze kadastreering van dessas gestaakt. Zulk een kadaster is voor
langdurige bijhouding niet vatbaar.
Voor dë—inrichting van een fiskaal- of landrente- kadaster, dat
behoorlijk bijgehouden, zou kunnen dienen als grondslag voor den
omslag der landrente en tevens om in eigendom geconverteerden
grond van den inlander, of gronden aan Europeanen, Chineezen of
andere vreemde Oosterlingen afgestaan, te idenfiëeren, deed de heer
Verstijnen voorstellen, in 't kort hierop neerkomende:
„De triangulaties en hoofdpolygoonmetingen worden uitgevoerd
met dezelfde zorg en volgens dezelfde regelen als voor een eigendoms
kadaster noodig is; de hoofdindeeling van het terrein en de blijvende
kenmerken, die er zich op bevinden als wegen, groote rivieren,
kanalen, bruggen, palen, op zich zelf staande gebouwen enz. worden
met dezelfde zorg opgemetende driehoeks- en polygoonpunten
worden zichtbaar en blijvend verzekerd. Hierin zal men een geraamte
hebben voor een toekomstig eigendomskadaster, waaraan successievelijk
in agrarisch eigendom overgaande stukken grond worden vastgemeten
en zoodanig er in opgenomen, dat met de conversie van het laatste
grondstuk, ook het eigendomskadaster gereed en in de plaats van
het oorspronkelijk opgemaakt fiskaal kadaster getreden zal zijn.
Het werk aan het leggen van dien grondslag verbonden, bedraagt
hoogstens 1/10 van het geheel. Daarbij komt nog dat voor een
fiskaal- kadaster eene basis om het detailwerk aan te verbinden
evenzeer noodig is, met dit verschil evenwel, dat zij meer globaal
en minder nauwkeurig kan zijn, desnoods geen verband behoeft te
houden met triangulaties van hoogere orde enz., zoodat het verschil
in arbeid aan de eene wijze van uitvoering boven de andere verbonden
zeker niet meer dan 1/25 zal bedragen." 1)
Tijdschrift van K. en L. VI, bl. 203.