191
De dessa zal dus verdeeld worden in blokken „die door natuurlijke
en cultuurgrenzen gescheiden zijn. Dergelijke blokken zijn niet groot;
zulk een blok was bij de kadastrale opneming in de Preanger gemid
deld drie bouws (bouw 71 aren) meer niet, met blijvende grenzen
omsloten, zooals inrigatiegreppels, wegen, slooten paggers enz." 1)
Wordt nu voor elk blok, waarvan door de opmeting de oppervlakte
bekend wordt, de zuivere opbrengst per bouw aantal pikols X prijs
productiekosten bepaald, dan behoeft men nog slechts het percentage
van heffing te kennen, om te weten wat per bouw of voor een bepaald
blok moet worden betaald. De inlander weet meestal zeer goed,
hoeveel bouws hij bezit, eenige inlanders die gezamenlijk een blok
bezitten, weten dan precies hoeveel zij samen moeten betalen, zoodat
zij hun aanslag gemakkelijk kunnen controleeren.
De heer W e s s e 1 s, die bijzondere waarde hecht aan individueele
door den Europeeschen ambtenaar geteekende aanslagbiljetten, die
z. i. ook zonder perceelsgewijs kadaster kunnen opgemaakt worden,
meent dat met het blokkenstelsel het doel niet geheel bereikt zal
worden omdat de inlander niet bekend is met de blokken en gronden
met afzonderlijken naam geen verband houden met de blokken op
de kaart. 2)
De nieuwe regeling in de Preanger voldoet den heer Verstij n en
in principe geheel en al. De leidende gedachte van die regeling
komt overeen met zijne voorstellen, doch de onderdeden dragen
geenszins zijne goedkeuring weg. Laat ons hooren wat hij in de
vergadering van het Indisch Genootschap daarover aanvoert. (Verslag
bl. 9 en volgende):
„De wijze van uitvoering, d. w. z. de methode waarnaar gewerkt
wordt, kan mij echter, wat de meting betreft, niet geheelen wat de
bepaling der netto-opbrengst aangaat, in 't geheel met be vredige^
althans voor zooverre ik er, met de weinige mij omtrent het laatste
onderdeel ten dienste staande gegevens, een oordeel over kan vellen.
„Ten opzichte van de regeling der opmetingen, Gouvernements
besluit 18 Juni 1890, heb ik twee principieele bezwaren:
Verstijnen Indisch Genootschap, Verslag bl. 29. Verg. Warnsinck
Tijdschrift voor K. en L. X, bl. 165 v.
2) De Landrente op Java in het Ind, GeD., bl. 31.