196 dessa's zooal niet bloksgewijze wil behandelen, en ook het per centage, dessa's gewijze wil bepalen. Als die gevolgtrekking juist is, dan blijft er weer een wijde deur open voor ongelijken aanslag, de kanker der tegenwoordige landrente-heffing. Want dan kan door de regeling in de Preanger alleen verkregen worden, dat binnen eene zelfde dessa de verdeeling billijk wordt geregeld, doch niet worden verhinderd, dat eene dessa veel zwaarder belast wordt dan de andere, daar de bepaling van dat percentage dan zal afhangen van de inzichten en beschouwingen van verschillende met de-uitvoering- belaste ambtenaren, die natuurlijk ieder hun eigen inzicht hebben omtrent den economischen toestand eener dessa, en die geen oog kunnen hebben voor wat buiten hun gebied ligt, dus niet vergelijkend kunnen bepalen in verband met andere dessas, districten afdee- lingen enz." Spreker wenscht (evenals de heer W es seis) het percentage der belasting niet te bepalen per dessa, die te klein van omvang is maar per Kring bestaande uit eenige dessas of gedeelten daarvan, waarbinnen dezelfde cultuur wordt gedreven en de loonen, de markt waarde der produkten zoo ongeveer gelijk zijn. De zuivere opbrengst binnen die kringen zou worden geschat per bouw met behulp van enkele typen, zooals ook in Nederland voor de bepaling der belastbare opbrengst geschiedt. Binnen denzelfden kring wenscht hij gedurende een reeks van jaren een onveranderlijk percentage van heffing doch verschillend percentage voor verschillende kringen, al naar gelang de draagkracht wegens economische bijomstandigheden verschilt. De kosten van een dergelijk fiskaal kadaster in 15 jaren tijds op te maken voor de ongeveer 4% millioen bouws op Java en Madura worden door den heer Verstij nen geschat op hoogstens 10 millioen gulden. Daarbij is er op gerekend dat er minstens 20% meer bouwgrond zal gevonden worden, dan thans bekend is. Stelt men bovendien, dat de dessahoofden 10% meer heffen dan afdragen, dan zou de landrente met 30% of 5 millioen kunnen stijgen. Worden voor rente van de te besteden 10 millioen en voor kosten van bijhouding jaarlijks één millioen gerekend en de dessahoofden voor de lx/2 a 2 millioen, die zij zouden missen, schadeloos gesteld, dan Vergelijk de berekening in Tijdschrift van K. en L. VI, bl. 205 a 211.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 198