197
zou er toch nog minstens 2 millioen 'sjaars voordeel zijn, behalve
de verschillende andere voordeelen, die een goed en geregeld bijge
houden kadaster verschaft. Het grootste voordeel zou echter zijn
dat eindelijk de Javaan tot rust zal komen, dat hij zal weten waaraan
zich te houden, dat de belasting niemand overmatig drukt, zoodat
er een einde zal komen aan de onophoudelijke en gegronde klachten.
In het debat werd aangevoerd, dat de inlander eene verhooging
met 30% niet kan dragen, omdat reeds de uiterste grens bereikt is.
Uit de rede van den inleider blijkt evenwel dat ongelijkheden van
100% en meer in den aanslag van dessas of individuen bij gelijke draag
kracht meer regel dan uitzondering zijn zoodat bij gelijkmatiger druk
een zwaardere last gemakkelijker kan worden getorscht. Thans
dragen de zwakken en bedeesden het ezelsaandeel. Bovendien wordt
de druk niet verzwaard als de percenten, thans door dessahoofden
ten eigen bate geheven ten bate van den fiscus komen. Het zal
evenwel aanbeveling verdienen de verplaatsing van den druk geleidelijk
te doen geschieden en aan geene algemeene verzwaring te denken
voor dat men aan meer evenredigen druk gewend is.
De heer D. Tollenaar begrijpt niet hoe de inleider eene
belasting, waarbij voor verschillende dessas of kringen een verschillend
percentage wordt geheven een gro7idbelasting kan noemen. Wordt
de grondrente eene zuivere grondbelasting, dan zullen vele dessas, die
nu hoog zijn aangeslagen wegens bijverdiensten in cultuurondernemingen
e. a., zeer verminderd moeten worden. „Het zou zeer zeker wen-
schelijk zijn de landrente te vervangen door eene grondbelasting
met een of meer andere belastingen daarnevens, maar de ont
zettende groote moeilijkheid, die naar mijn idee niet op te lossen
is, is juist de kwestie welke die andere belastingen zullen moeten
zijn. Zoolang de koffiekultuur bestaat en de heerediensten niet
verdwenen zijn, zoolang zal de landrente moeten behouden blijven,
omdat zij eene belasting is die met den economischen toestand van
den inlander rekening houdt. Zoolang de bestaande toestand niet
veranderd is zal men dus de landrente moeten behouden, maar door
te meten zal men zeker verbetering aanbrengen." D
De heer Verstijnen. „Ik bedoel niet dat het percentage zich
Indisch Genootschap, Verslag bl. 29.