198
naar de bijkomende zaken moet regelen, maar wel dat men in
aanmerking moet nemen de omstandigheden waaronder de bevolking
leeft. Er zijn streken waar de inlander slechts een vierde bouw bezit,
waarvan hij leven moet en waarvan hij ook niets verkoopen kan.
Elders vindt men toestanden die daarvan hemelsbreed verschillen,
namelijk dat een landbouwer zooveel grond heeft, dat hij boven
eigen verbruik nog aanmerkelijke hoeveelheid product ter markt kan
brengen. Ik zou wenschen dat deze en dergelijke omstandigheden
in aanmerking werden genomen en aanleiding gaven tot verschillend
percentage. Ik zou wenschen dat, evenals hier te lande gebeurt, ook
in Indië werd gelet op het draagvermogen van den grond, en op den
economischen toestand van het land."
De heer H. J. Tijdeman is voorstander van eene zuivere grond
belasting. Andere bronnen van inkomsten dan de opbrengst van den
grond die thans invloed hebben op de landrente, behooren door
afzonderlijke reeds bestaande belastingen (op het bedrijf, op de erven,
hoofdgeld enz.) getroffen te worden. Dit denkbeeld wordt in de
aangehaalde brochure nader verdedigd.
De heer T ij d e m a n blijft echter aan de heffing naar de bruto
opbrengst vasthouden, weshalve de heer W es seis oordeelt (Land
rente op Java in het Ind. Gen. bl. 42) dat „zijn grondbelasting dan
ook volstrekt geen grondbelasting is; zij is niets anders dan juist
wat de tegenwoordige landrente is, namelijk een belasting op den
grond en op het landbouwbedrijf."
De heer T ij d e m a n is echter vooral gekant tegen het opmaken
van een kadaster van landrente- plichtige gronden. Hij wenscht de
statistieke opneming in eere te herstellen. Het kadaster met de
Europeanen en vreemde Oosterlingen, de statistieke opneming met
de inlandsche bevolking is zijne leus. „Het was merkwaardig,"
zoo leest men op blz. 11 der meergenoemde brochure, „welkejuiste
opmetingen door de inlandsche opnemers verricht werden met de
eenvoudige goedkoope hand-boussoles en alleen met vóórslagen werkend,
en zelfs bij een systeem van grondbelasting is grootere nauwkeurigheid
door minutieuse kadastrale opname geheel onnoodig, en, wegens de
ongeëvenredigde kostbaarheid zelfs ongewenschl; met volle recht
J) Ind. Gen. Verslag bl. 35.