STAATSBEGROOTING. Voorloopig Verslag Hoofdstuk VII B. 17. Reorganisatie van het kadaster. In één afdeeling werd door sommige leden aangedrongen op eene reorganisatie van het kadaster op nieuwen grond slag, in dien zin dat er absolute bewijskracht omtrent de grenzen der eigen dommen aan kan worden toegekend. De bestaande inrichting toch voldoet geenszins aan dien eisch. Ons kadaster is een belastingkadaster, hetwelk men echter tevens tot eigendomskadaster heeft willen inrichten. Met dat doel zijn en worden nog de kadastrale kaarten van sommige gemeenten geheel vernieuwd, hetgeen gepaard gaat met omslachtige en kostbare hermetingen. Aangezien echter de inrichting fiscaal is gebleven, kunnen die maatregelen niet tot een gunstig resultaat leiden. Eene contradictoire vaststelling der grenzen door de eigenaars toch is niet voorgeschreven en de vaststelling door den landmeter mist wettelijke of contractueele sanctie. Bovendien ontbreekt een duurzame technische grondslag voor nauwkeurige bijhouding der plannen. Hetgeen daaraan en aan bedoelde hermetingen is ten koste gelegd, moet dus geacht worden vrij wel nutteloos te zijn besteed. Dit was ook het gevoelen van mr. Feith, raadsheer in den Hoogen Raad, die in 1893 in de juristenver- eeniging over de vraag, die het hier geldt, als prae-adviseur optredende, in zijn prae-advies zeide (Handelingen Juristenvereniging I, bladz. 112/113): „Zelfs moet de meerdere zorg, in de laatste jaren aan de verbetering er van besteed, voor een deel als weggeworpen geld worden beschouwd, omdat op den bestaanden gebrekkigen grondslag een goed resultaat niet te verkrijgen is." Dat het voor de rechtszekerheid ten aanzien van den grondeigendom van overwegend belang is, dat aan de kadastrale plans bewijskracht kunne worden toegekend, behoeft, naar men meende geen nader betoog. De talrijke grens geschillen, die thans veelal tot langdurige en kostbare processen aanleiding geven, zonden grootendeels vermeden en voor het overige op zeer eenvoudige wijze uit den weg worden geruimd. In hare vergadering van 28 Augustus 1S93 nam dan ook de Juristenvereeniging met groote meerderheid van stemmen de volgende motie aan„het is wenschelijk welk stelsel omtrent den grondeigendom men aanneme dat bewijskracht omtrent de grenzen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 209