20
De plaatsbepaling op de aarde, als bol beschouwd, ten opzichte
van een willekeurig gekozen raakpunt kan geschieden op eene wijze,
die analoog is met de plaatsbepaling door middel van geografische
lengte en breedte.
De verschillende vlakken, die door den straal van het raakpunt
kunnen gebracht worden, snijden den bol volgens groote cirkels;
een van deze is de meridiaan.
Om nu een punt te bepalen, is het voldoende den standhoek te
kennen tusschen den meridiaan en den grooten cirkel, gaande door
dat punt en het raakpunt, benevens de lengte van den boog tusschen
deze beide puntengenoemde standhoek en booglengte dragen den
naam van azimuth en afstand van het punt ten opzichte van het
raakpunt.
De bepaling van azimuth en afstand uit de geografische lengten
en breedten kunnen wij hier onbesproken laten, daar dit vraagstuk in
alle handboeken der geodesie uitvoerig is behandeldin het bijzonder
meenen wij hiervoor echter te moeten vermelden de verhandeling
van Dr. Ch. M. Schols van 1882, opgenomen in de Verslagen en
Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Af-
deeling Natuurkunde. Tweede Reeks Achttiende deel bladz. 1 70.
De berekening der projectie van de punten, door azimuth en afstand
bepaald, geschiedt nu uit deze gegevens op geheel dezelfde wijze
als hierboven voor de pool als raakpunt uit geografische lengte en
poolsafstand.
De stand waarbij de pool het raakpunt is, wordt meestal de nor
male genoemd, omdat de straal van het raakpunt, ot wel de loodlijn
op het raakvlak, met de aardas samenvalt; valt deze lijn in het vlak
van den equator, zoo spreekt men van transversaalin elk ander
geval van scheeven stand, of projectie op den horizon.
Deze onderscheiding kan eveneens gemaakt worden voor projecties
op een kegel- of cilinderoppervlakmen noemt deze normaal, trans
versaal of scheef, naar gelang de as van het omwentelingslichaam
ligt in de aardas, in den equator of in een anderen stand.
De equivalente kegelprojectie.
We denken ons de aarde als een bol en verder een aan dezen