45
„den titel, bij de akte, en dat hetgeen verder plaats heeft is eene
„bijkomstige formaliteit, bestemd om aan de overdracht of vestiging
„tegenover andere rechtshandelingen van den zelfden auteur haren
„rang te verzekeren"1). Volgens die voorstelling wordt dus het za
kelijk recht verkregen door den titel, doch buiten toedoen van den
houder van dat recht weder verloren, indien de vorige eigenaar nog
maals verkoopt en deze tweede kooper het eerst zijn titel openbaar
maakt.
De andere, hier gebezigde en, naar ik meen, meer algemeene op
vatting van zakelijk recht is meer beperkt. Een recht is eerst dan
zakelijk, als het werkt tegen derden. De bewering van Mr. Hamaker,
dat door deze opvatting „de verkrijging van zakelijk recht en de
„verkrijging van rang geïdentifiëerd"2) worden, zou alleen opgaan, als
zakelijk recht op geene andere wijze dan door overdracht werd ver
kregen.
De vraag, welke van beide opvattingen uit een historisch-juridisch
oogpunt de juiste is, laat ik aan de beslissing van meer bevoegde
beoordeelaars over. Hoofdzaak is dat vaststaat, van welk begrip een
woord de drager is. Bestond voor elk der beide genoemde begrippen
een afzonderlijk woord, veel misverstand en woordenstrijd zou worden
voorkomen.
Om het karakteristieke verschil tusschen negatieve en positieve
stelsels aan te duiden, zou men zeer verkeerd doen met te veel be-
teekenis te hechten aan de woorden positief en negatief„Want,
„daargelaten dat de namen het karakteristieke der zaken in 't minst
„niet aanduiden en deze in eene tegenstelling brengen, waarin zij
„niet tot elkander staan, zelfs indien men de zaken in het grove
„beschouwt zijn de namen onjuist. Het is niet waar, dat onder het
„negatieve stelsel niemand eigenaar is, die niet, en dat onder het
„positieve stelsel ieder eigenaar is, die wel in de registers of 't grond
boek te vinden is."
Aldus Mr. Hamaker3), die „het eigenaardige en wel het eenige
Rechtsgeleerd Magazijn, 1893, bl. 436.
J) T. z. p. bl. 437. Vergelijk: Wat is het stelsel van openbaarheid enz.,
van denzelfden Schrijver, bl. 24 van den overdruk uit het Weekbl. v. Not.
en Reg., nrs- 1267 vlg.
3) Reehtsgel. Mag., 1893, bl. 434.