50
Meer echter dan in de definitie ligt m. i. het onjuiste van Mr.
Hamaker's betoog in de c.onclusiën, er uit getrokken, bijv.:
„Onder het positieve stelsel is men of de ware, onaantastbare
„eigenaar, of men heeft volstrekt geen recht op de zaak" 1).
„Voorwerp van verkeer zou uitsluitend zijn de ware, de volstrekt
„zekere eigendom, de eigendom dien we tot nog toe uitsluitend uit
„de boeken kenden maar in de maatschappij niet tegenkwamen" 2).
„De feitelijke bezitters zullen in het geheel geen recht hebben:
„dat zij het goed in handen hebben en genieten is een onrecht niet
„alleen tegenover den waarlijk gerechtigde wiens bezit en genot zij
„beletten, maar absoluut, tegenover elk en een iegelijk. Het is een
„onrechtmatig feit en niets anders" 3).
„Het (positieve stelsel) gaat uit van de onderstelling, dat de per
sonen, die bij de invoering van het stelsel als de absoluut gerech
tigden, als de ware eigenaars in den meest ideëelen zin van het
„woord aan te merken zijn, zijn uitgevonden en is er nu verder op
„ingericht, het recht bij hen en hunne regelmatige opvolgers te hou-
„den, niet door onbevoegde inbezitnemingen en nietige overdrachten
„te voorkomen, dat is niet mogelijk, maar door eenvoudig niet als
„wetgever doch als zedenmeester te werk te gaan"4).
Dit alles wordt aangevoerd als tegenstelling tegenover de rechts
toestanden onder het negatieve stelsel, waarin men geene absolute,
doch „overal niets dan verdwijnende en opkomende relatief betere en
relatief mindere rechten"5) heeft.
Maar deze geheele voorstelling is in strijd met het Duitsche
grondboekstelsel. Ook onder dat stelsel kent men andere dan ware
„ontastbare eigenaars", dan „absoluut gerechtigden". Ook onder dat
stelsel heeft men relatief betere en relatief mindere rechten", zooals
uit de boven aangehaalde hoofdbepalingcn der Pruisische wet blijkt.
De erfgenaam wijkt ook al is hij ingeschreyen voor een ander
die bewijst een beter erfrecht te hebben, deze voor een derde, die
met een testament aankomt, om op zijne beurt het veld te ruimen
Rechtsgel. Mag1893, bl. 450.
2) T. z. p., bl. 454.
T. z. p., bl. 455.
4) T. z. p., bl. 456.
5) T. z. p., bl. 454.
