53
„zijn zakelijk recht, die als de grootste aanbeveling van het Grond-
„boekstelsel wordt op den voorgrond gesteld" Die schrijver doet
het verder voorkomen, alsof men slechts de vraag behoeft op te
werpen, of de houder van een zakelijk recht te goeder trouw ver
wierf, om alle zekerheid in onzekerheid te verkeeren.
„Ja", zegt Mr. J. A. Levy, „opwerpen kan men die vraag, maar
„zal men daar ook fiat op krijgen bij den rechter? Men kan elke
„vraag opwerpen, maar, mij dunkt, zooveel mag men wel zeggen,
„dat in onze maatschappij het overgroote deel van de transactiën
„over onroerend goed gesloten worden onder vigueur van goede
„trouw. Het zou eenvoudig onmogelijk zijn om een zoodanig geding,
„ook maar met een zweem van succes, bij den rechter aanhangig
„te maken" 2).
Dit is ongetwijfeld juist, tenzij men niet maar losweg de vraag
opwerpt, maar tevens bewijzen kan aanvoeren, want de bewijslast
rust op hem, die kwade trouw beweert. Doch als de kwade trouw
bewezen kan worden, op welke deugdelijke gronden zou men dan
den benadeelde eene rechtsvordering willen ontzeggen Het algemeen
belang wordt daardoor in geen enkel opzicht gediend.
Zonderling klinkt het bovendien, als een verklaard voorstander
van het negatieve stelsel, gelijk de heer Moll, de vereischten van
goede trouw en bezwarenden titel voor de werking der verkrijging
tegen derden in het grondboekstelsel bestrijdt. Immers, indien een
revindicant de afwezigheid van goede trouw bewijst, aantoont dat
de verkrijging op schenking berust, indien dus het zakelijk recht
onder den derden verkrijger vervolgbaar blijkt, wordt de rechtsver
houding dezelfde als onder het negatieve stelsel.
2°. Onder bezwarenden titelkrachtens geldige overeenkomst.
Uit dit vereischte blijkt, dat verkrijgers krachtens erfopvolging,
schenking, enz. zich op de boeking hunner verkrijging niet kunnen
beroepen; zij hebben niet meer recht dan hun auteur.
De overeenkomst moet geldig zijn. Niet wegens gebreken in den
vorm van het contract kan de inschrijving worden betwist, doch
wegens het gemis van een rechtsgrond of wegens nietigheid der
overeenkomst.
Praeadvies in Handelingen Ned. Jur.-Ver., 1893, I bl. 281.
2) Handelingen Ned. Jur.-Ver., t. a. p., II bl. 87.
