Formulieren voor trigonometrische en polygonometrische berekeningen. Voor een onderwerp van hoogst ernstigen aard wordt de aandacht der lezers verzocht. Het onderwerp houdt rechtstreeks verband met het geestelijk en het zedelijk bewustzijn der ambtenaren van het kadaster. Aan de behandeling dient een inleiding vooraf te gaan. Deze vangt aan met een vraag; een gewetensvraag zoo men wil. Moet het voor ons allen, zoo hoog als laag geplaatste ambte naren, een kadastrale geloofsovertuiging zijn, dat bij de artt. 135 t/m 178 I. K. voor goed en voor immer, door alle tijden heen, werd geregeld de geheele of gedeeltelijke vernieuwing van het kadaster. Ons aller antwoord luidt ontkennend! Op die ontkenning volgt onze eveneens eenstemmige toelichting: bedoelde artt. zijn bindend in algemeenen zin, omdat eene regeling van een dienstvak tot in alle onderdeelen eerst dan door eenige regeering kan worden vastgesteld, wanneer bij haar zijn ingekomen alle gegevens door ervaring en ondervinding over een zeker tijdvak verkregen. Omstreeks zeventien jaren leefden wij onder voorloopige bepalingen. De oogst onzer ervaring, onzer ondervinding kan een rijke zijn. Werd hij behoorlijk geschift en gerangschikt in de voer hem bestemde voorraadschuur opgeborgen, om oordeelkundig verwerkt weldra gemeen goed van allen te worden, of ligt hij nog altijd, meer of minder goed geconditionneerd in eenige voorloopige berg plaatsen Het laatste moeten wij gelooven, en tegelijkertijd betreuren. Ieder geloof heeft een grondslag, die grondslag is in de meeste gevallen een mythe, soms een feit.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 54