58 deeld op onberispelijke wijze voor zijn arbeid toegerust te zijn. Wij zwijgen over de nog bijbehoorende zaken, 't was om geen nauwkeurige opsomming te doen, 't ontbrekende denke men zich bij het vermelde. Ook 'smans intellectueele gemoedstoestand boezemt ons belang in. Arbeid wacht hem op 't zuiver wetenschappelijk terrein van zijn beroep, dagen en dagen aaneen zal hij zich daarop bewegen. En dat wordt hem gemakkelijk gemaakt, want hij heeft: geen materieel ter aanteekening zijner hoekmetingen, evenmin materieel ter afleiding van het definitief gemiddelde uit die allereerste waar nemingen, geen materieel ter berekening van den ontoegankelijken afstand, evenmin materieel tot terugbrenging van excentrisch gedane waarnemingen, geen-, evenmin-, zoo kan men voortgaan; hij heeft eenvoudig geen enkel hulpmiddel van dien aard. Maar, desniettegenstaande is 't met zijn gemoedstoestand schap pelijk, want hij heeft wel, een riem, of minder, blanco schrijfpapier, en niets haalt tegen dat soort van materieel waar gevraagd wordt: lever kant en klaar en streng wetenschappelijk en hoogst nauw keurig een stuk trigonometrischen en polygonometrischen arbeid op. En oorzakelijk moet zijn gemoedstoestand schappelijk zijn, want, zooals hij, rustten zich de vaderen ten arbeid, en ook der vaderen vaderen, en wie weet welke geslachten nog voor hen. En dan, op dat voorgeslacht heeft hij een factor voor, kind uit minstens de tweede helft der negentiende eeuw, was 't hem niet mogelijk zich te onttrekken aan de inwerking van het zoo bij uitstek heldere licht der wetenschap onzer dagen. In zijn hoofd, vlak onder den schedel, in het sterk phoshor- houdende bestanddeel van ons organisme, weinig poëtisch hersens genaamd, heeft hij een dwarreling van wiskunstige formules. Slechts mopperaars en ondankbaren zijn bij zoo'n uitrusting niet welgemoed. We erkennen allen, de gegevens schets is waar, woord voor woord, die waarheid is bedroevend, haie kennis stemt treurig, gelukkig echter geldt deze waarheid eene zoo hoog ernstige zaak, dat be lachelijkheid vooralsnog buitengesloten blijft. Of dat immer zoo zal wezen, wie zou 't durven verzekeren Bij gemis der noodige elementen kon ik den lezer geen ydille

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1895 | | pagina 56