64
b. bij repetitie waarneming een viervoud.
Voor hulpmetingen ten behoeve der herleiding van excentrisch
waargenomen richtingen tot de as van het station en dergelijke meer,
is een tweevoudige waarneming in beide standen van den kijker vol
doende. (Anw, IX Abschnitt II 14).
Voor de waarneming der richtingen ter bepaling der trig, hulppunten
is het in den regel voldoende dat het aantal is:
a. bij reïteratie waarneming een tweevoud;
b. bij repetitie waarneming een drievoud. (Anw. IX. Abschnitt
III 26.4).
Voor de meting der hoeken van het polygoonnet kan met een
enkelvoudige waarneming in beide standen van den kijker worden
volstaan. (Anw. IX Abschnitt IV. 35).
Brengen we deze aanhalingen in verband met de hier te lande uit
gevoerde of in uitvoering zijnde metingen, dan merken we op, dat
punten van de 3e orde bij ons zeldzame vogels zullen wezen.
Voor de bepaling van zulke punten mist de administratie van het
kadaster bovendien de hulpmiddelen. (Tijdschrift Kad. en Landm.
Jrg. VI 1890 blz. 40).
Punten van de 4® orde kunnen voor menigeen goede bekenden zijn,
de overgroote meerderheid onzer trigonometrische punten zijn even
wel zoogenaamde hulppunten.
Supprimeert nu de divisie Arnhem de onderafdeeling van kol. 6,
dan zullen fouten, bij waarnemingen van de 4® orde door eenvoudig
vergelijken kunnen verbeterd worden.
Bij overbrenging van kol. 10 naar Trig. Form. 2, moet, wil men
fouten vermijden, collationnement plaats vinden.
Bij het gebruik maken van waarnemingen voor de trig, hulppunten
of van die voor de hoekmetingen voor het polygoonnet kan men
niet anders doen dan hopen, dat bij 't inschrijven geen aflezings-
fouten werden geboekt.
Bij tweevoudige waarneming toch is niet na te gaan welke der twee
bij verschil de juiste is; een enkelvoudige waarneming laten we geheel
buiten beschouwing.
Maar op de klip der fouten in eersten aanleg zal men te Arnhem
wel niet stranden, we mogen dus vermoeden dat zooals op vele
plaatsen, ook daar, een grooter aantal waarnemingen wordt ge-