78
nl. gegevens te verzamelen ter berekening der coördinaten van het
onbepaalde, het vrije, het losse snijpunt.
Het geheele vraagstuk is als het ei van den grooten ontdekker,
wiens naam ik reeds eenmaal noemde.
Trig. Form. 16. Einschalten. Berechnung der Dreiecke.
Dit formulier is voor hen, die bij voorkeur opnemingen verrichten
onder vorming van driehoeken, van bizonder gewicht.
Het verschaft ons de gelegenheid op rationeele wijze een driehoeken-
net sluitend te maken, en vertoont eenige gelijkenis met de formu
lieren la en lb afgedrukt in den jaargang 1891 van ons Tijdschrift
en ontworpen door de H.H. F. G. Stucki en D. L. Warnsinck.
{Zie bh, 12—20).
Op het verzoek vervat in den laatsten zin van het bijbehoorend
opstel zij het mij alsnog vergund in den loop dezer beschouwing
antwoord te geven.
De opschriften in het hoofd van het formulier kunnen stilzwijgend
worden voorbijgegaan in hun eenvoud zouden zij met iedere
opheldering spotten.
De Regeln zum Trig. Form. 16, 78 en 79 volgen hier ongeveer letterlijk.
78. „Wanneer bij uitzondering de plaatsbepaling door insnijden
niet in haar geheel kan worden voltooid, en trigonometrische punten
worden bepaald door invoeging van driehoeken, dan zal in den
regel kunnen worden afgezien van een vereffening der fouten volgens
de methode der kleinste kwadraten.
De berekening wordt dan uitgevoerd in trig. form. 16.
„Werden tusschen de aanvangszijde Pa Pb A en de eindzijde
Pa Pe E de driehoeken 1. 2 n ingevoegd en beteekenen:
a. f1, f2 fn de fouten in de afzonderlijke driehoeken.
b. (1), (2) (n) de naar aanleiding dezer aan iederen af
zonderlijken hoek van de betrokken driehoeken uit de fouten bij a
genoemd, aan te brengen correctiën;
c. fs de fout van de som der hoeken bij Pa tegen het verschil
der bekende neigingen vK en v~E der aanvangs- en der eindzijde;
d. sde naar aanleiding hiervan aan iederen afzonderlijken hoek
bij Pa uit de fout fs (zie c) aan te brengen verbetering dan moet:
3 (1) (s) - fi o (10)