102
In Japara ontstond een opstand. De Javanen stonden met de
Chineezen in verstandhouding. Semarang werd door de Chineezen
belegerd. Rembang en Tegal werden in gevaar gebracht. De weg
naar Kedoe was door een opgeworpen benting gesloten. Te Soera-
baja werden Chineezen vermoord zoodat de opstand uitgebreide ver
takkingen kreeg waaraan het trouweloos gedrag van den Soesoehoenan
van Mataram „Pakoe Boewono II", die geen minder doel beoogde
dan de Nederlanders van Java te verdrijven, veel schuld had.
Nadat de compagnie echter in November 1741 bij Semarang, door
hulp van Batavia, eene belangrijke overwinning had behaald op het
Chineesch-Javaansch leger, en hare wapenen in Oost-Java, door de
hulp der Madoereezen, succes op succes hadden, kwam de Soesoe
hoenan tot onderwerping. De ontvanger generaal der Domeinen
„Hugo Verijssel" werd als commissaris en plenipotentiaris, naar het
hof van Soerakarta gezonden.
Het duurde echter tot 11 November 1743 eer de vrede tot
stand kwam.
De volgende artikelen van het vredes-verdrag zijn voor ons
onderwerp van belang
Art. 3. Hierbij werd bepaald, dat zoowel de Rijksbestuurder als
de andere hoofdregenten en alle strandregenten, die door den Soe
soehoenan werden benoemd, te Semarang den eed van trouw aan
de C'e. moesten afleggen.
Art. 6. De Soesoehoenan stond het geheele eiland Madoera
aan de Oe. af
Art. 10. Hierbij cedeert Z. H. hetzelfde recht van opperheer
schappij, dat hij tot hiertoe op de Landen gehad heeft
1°. den geheelen Oosthoek van Java tot aan eene lijn, die van
Pasoeroean af in recht Zuidelijke richting tot aan zee zou vertrokken
worden
2°. een strook lands, ter breedte van 600 Roeden, rondom het
geheele eiland Java, langs de stranden der zee en een strook van
gelijke breedte langs alle rivieren van dat eiland, die in zee uitloopen
3°. Soerabaja met alle onderhoorige regentschappen en districten
4°. de districten Rembang en Japara
5°. de Sabandharijen, zoowel op Semarang zelf als op de onder
hoorige districten Kaligawé, Torbaya en Goemoelak.