112
in eens aanmerkelijk, tengevolge van den inval van stroopende Ban-
tammers. Deze de oude plaag der Bataviasche ommelanden
drongen de Jacatrasche landen binnen en vernielden alles te vuur en
te zwaard.
Op het terrein des oorlogs waren de meeste perceelen gelegen.
Men had de boeren van uit Batavia niet kunnen beschermen omdat
daar te weinig troepen aanwezig waren. Elf van de uitgegeven per
ceelen, alle verwoest, vielen open in plublieke veiling gebracht
daalden zij tot 150 rijksdaalders zonder dat er zich koopers voor
deden. Twee er van werden echter door den eerst aangekomen
boer (A. de Schouw) voor 350 rijksdaalders aangekocht om daarmee
het zijne te vergrooten. Het gevolg er van was, dat de kolonie als
zoodanig te gronde ging, niettegenstaande de Hooge Regeering de
landbouwers met 100 rijksdaalders 'sjaars ondersteunde.
Bij plakaat van 4 Februari 1752 werden regelingen gemaakt be
treffende de Jacatrasche boven- en omme-landen. Daarbij werd
onder meer bestoten het district Jati Nagara aan de Soenthar, be
zuiden de post Mr. Cor nel is, nabij de stad en rondom tusschen
vrije, gekochte landen gelegen, aan den tegenwoordigen regent Mas
Achmet, die ook het gebied heeft over de landstreken Tjitrap en
Tjimapper, tegen een civielen prijs in vollen en vrijen eigendom over
te laten, als hij daartoe het verzoek mocht doen.
Bij plakaat van 5 Februari 1752 werd bekend gemaakt, dat de
huizen staande te Batavia, in een nader daarbij aangegeven blok in
de Ooster-Voorstad, niet meer mochten worden gerepareerd.
Deze gebouwen waren sedert 1643 zoo bij donatie als voor be
taling afgestaan onder expresse voorwaarde, dat d' eigenaars demolitie
en destructie daarvan zouden moeten gedoogen, wanneer de nood
zulks zoude vereischen.
Dit had ten doel om de stad in een beteren staat van tegenweer
te brengen.
Kapitale reparatiën mochten niet meer gedaan worden en wanneer
zij niet meer bewoon- of gebruikbaar zijn moesten zij worden afgebroken.
(Dat onze voorvaderen die huizen hecht en sterk geconstrueerd
hadden kan blijken uit het plakaat van 17 Januari 1783 waarbij dat
van 5 Februari 1752 hernieuwd werd).
Nog werd op den 5den Februari 1752 een plakaat uitgevaardigd