113 houdende de last tot het omschrijven in koopbrieven en acten van overschrijving van vaste goederen der servituten, welke op die goe deren rustten, en niet, zooals dat tot dien datum plaats vond, alleen daarin de generale clausule op te nemen „dat de kooper zal moeten gedogen de servituten, reeds op het „verkochte of te verkoopen huis, erf of grond liggende, of die namaals „daarop mochten gelegd worden, zonder aanhaling, waarin de eerste „bestaan". Op dienzelfden dag werd bij plakaat aan leenhouders den vollen eigendom toegekend, tegen betaling van zekere recognitie (wijziging van het bepaalde op 5 Februari 1751 nopens verkoop van landen). Om dezelfde redenen, als waarom conditioneel is goedgevonden het district Jati Nagara aan diens regent in vollen en vrijen eigendom af te staan is dienstig geoordeeld en daarom gearresteerd de lande rijen, bij deze en geene als erfelijke leenen bezeten wordende, aan de leenhouders of possesseurs in vollen en vrijen eigendom te cedeeren, als zij genegen zijn daarvoor een passabele recognitie te betalen in plaats van 5, 3 a 4 rijksdaalders af te staan den morgen nabij of ver van de stad gelegen daar zich voor den prijs van 5 rijksdaalders geene liefhebbers hebben opgedaan. Men zag te recht in, dat men ze zelfs eer voor niet in vollen en vrijen eigendom behoorende uit te geven dan ze onbebouwd te laten liggen. Tevens werd bepaald, dat van de uitgegeven landen bij den eersten verkoop door dengenen, die den eigendom verkrijgt of door zijne erfge- den 20sten penning moest betaald worden, gelijk pro dato van het besluit van 4 September 1649 altoos geschied isdus niet bij den eigenlijken eersten verkoop of uitgifte. Wordt vervolgd. Makassar. D. A. BERKHOUT.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 113