120
Ook van winst mogen wij gewagen. In het begin van dit jaar
werd het kadasterpersoneel met jonge krachten versterkt door de
aanstelling van 15 adspirant landmeters. Zeven hunner werden lid
van onze vereeniging. Het doet ons genoegen een hunner hier
tegenwoordig te zien. Wij heeten hen van harte welkom en wen-
schen hun toe dat zij, de vaan der wetenschap hoog houdende, allen
zullen medemerken om het kadaster eens de plaats te doen innemen,
die het naast andere vakken toekomt.
Ik stel U voor thans tot de behandeling onzer agenda over te
gaan en met den wensch, dat wat wij zullen bespreken en mogen
hooren, strekken zal tot heil onzer vereeniging, open ik deze onze
12e Algemeene Vergadering.
Vervolgens doet de Voorzitter de Vergadering mededeeling van
een ingekomen briefkaart van den heer Barenbroek waarin deze
bericht dat hij tot zijn leedwezen verhinderd is de vergadering bij
te wonen dewijl hij zich in het buitenland bevindt.
Voor de notulen van de vorige vergadering meent de Secretaris
te mogen verwijzen naar het in de le aflevering van jaargang XII
van het tijdschrift opgenomen verslag. Op de vraag van den Voor
zitter of de leden zich met dit verslag kunnen vereenigen, doet de
heer Oosterman een woord van protest hooren wijl zijn naam
ten onrechte in dat verslag is genoemd (blz 24). Hij heeft niet
gesproken over pensioenregeling, doch gevraagd in hoeverre de
vergadering het wenschelijk achtte dat pogingen werden aangewend
om wijziging te krijgen in de regeling van de vergoeding voor reis
kosten. Hij heeft gezegd dat de tegenwoordige regeling, het publiek
den indruk moet geven dat de landmeters oneerlijke handelingen
plegen. Het Koninklijk besluit van 1884 verklaart dat de landmeter
van het kadaster op de spoorwegen van de lste klasse mogen
gebruik maken en men ziet hen 2e klasse reizen, de conclusie ligt
voor de hand dat zij met het meerdere bedrag zich verrijken. De
heer Oosterman verklaart genoegen te nemen met het voorstel
van den Voorzitter, om deze vergissing te rectificeeren bij het van
deze vergadering op te maken verslag.
De Secretaris brengt omtrent den toestand van de Vereeniging
het volgende verslag uit:
Het ledental bedraagt thans 179 waarvan 127 in Nederland, 51