125
willenin algemeenen zin kunnen we aannemen dat zij het goed
met onzen tak van dienst voor hadden, maar: vernieuwing van
het kadasterverbetering van het kadastervernieuwitig van kaarten
wordt zoo dooreen gehaspeld, zoo in een adem genoemd, dat een
werkelijk deskundige, hoe hij zich ook inspant, zich geen beeld kan
vormen van het plan volgens 't welk men in die dagen wel had
willen te werk gaan.
De antwoorden van den Minister schenken eveneens weinig licht,
men kan er van zeggen dat zij uitmunten door welwillendheid, zonder
echter eenige oplossing te brengen.
De statistische gronden waarop werd geredeneerd waren al even
min betrouwbaar, in 1887 toch spreekt men van 10.000 te ver
nieuwen kaarten, in 1888 daarentegen van 16.000.
Toenmaals beging men de fout niet zuiver vast te stellen, wat
zou worden bereikt, indien men het kadaster poogde te verbeteren
door middel van vernieuwing van kaarten; evenmin wist men de
juiste beteekenis van vernieuwing door middel van hermeting, men
zie de beraadslagingen over de begrooting voor 1889, waarin al heel
even het begrip „een kaart met bewijskracht' te voorschijn komt.
Tusschen dit alles door krijgen de sprekers bovendien trigonome
trische aandoeningen, vervallen zij ook in beschouwingen over drie
hoeksmetingen, staatsbegrooting voor 1889.
Voorzeker werd alles met de beste bedoelingen gezegd, maar voor
mijn persoon wil ik ronduit verklaren, geen weg te kunnen vinden
in dien doolhof van tegenstrijdigheden.
Onder werkzaaamheden tot verbetering van het tegenwoordige
kadaster worde verstaan: alle arbeid, waardoor we het leven der
zeer kranke instelling rekken; zoo goed dus vernieuwing van kaarten,
als hermeting van geheele of van gedeelten van gemeenten.
De grondslag der instelling blijft hierdoor onaangetast, vernieuwt
men kaarten, dan krijgt men plans welke er ooglijker uitzien, het
papier is rein, de teekening keurig, maar de kaart als kaart is
niet verbeterd.
Hermeet men gemeenten, dan kunnen de kaarten aanvankelijk
als kaart heel goed zijn, maar wijl er feitelijk geen behoorlijke
voorschriften voor de uitvoering van dezen arbeid bestaan, en omdat
men oordeelkundige voorschriften voor de instandhouding der her-