129 aan 't kantoor 's Hertogenbosch van de bijbladen gereed is, in ver band met den daaraan besteden tijd, valt af te leiden, dat het tijdstip waarop aan dit kantoor alles gereed zal kunnen zijn, nog in een ver verwijderd verschiet gegelegen is. Naar zijn meening moest om tal van redenen aftrekken van de hulpkaarten als hoofdbewerking verplichtend worden gesteld. Het kaarteeren kost te veel tijd en vereischt zooveel geoefendheid en inzicht dat de teekenaars, behoudens enkele uitzonderingen, voor die werkzaamheden niet berekend zijn. Spreker zou gaarne zien, dat een commissie werd benoemd die op elk kantoor had te onder zoeken hoeveel tijd nog voor de geheele afwerking van de bijbladen noodig zal zijn. Naar den uitslag van dit onderzoek zou de aan stelling van personeel moeten geregeld worden. Het ware beter alsdan de metingen, voor zoover zij niet noodig zijn voor de oplei ding van personeel, voorloopig te staken, om eens met alle beschik bare krachten de bijbladen te voltooien. Spreker zou dezen maatregel meer toejuichen dan, zooals de heer Boer schijnt te beoogen, het personeel aan de bijbladen te onttrekken. Hij legt nogmaals nadruk op zijn meening dat zoolang het vigeerend systeem van kaarteering gehandhaafd blijft, zooveel mogelijk landmeters en niet in hoofdzaak teekenaars met dit werk moeten belast worden. Voorts merkt spreker nog op dat hij 't met den inleider niet eens is omtrent de nummering van ongenummerde perceelen, doch hij wil thans daarover niet uitweiden. De heer Hondius komt op tegen de meening die de heer Gombault is toegedaan, dat de wijzigingen door kaarteering moeten aangebracht worden. Hij herinnert er aan op welke wijze een hulpkaart tot stand komt, en acht, op grond van dit wordingsproces, elke hulpkaart evenwaardig aan een minuutplan. Bij 't vervaardigen van bijbladen, moet met dit nieuwe, als 't ware een vervolg-minuutplan, rekening worden gehouden en dit stuk moet gebruikt worden in den vorm als eenmaal is vastgesteld. Wordt nu het bijblad samen gesteld door kaarteering uit het veldwerk, dan schept men een nieuwen toestand en verklaart daarmee een eenmaal goedgekeurd stuk en een vastgestelden toestand weer van onwaarde. De heer de Groot verklaart zich ook tegen kaarteering, in hoofdzaak omdat het veldwerk waarover men beschikken kan, meestal

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 129