130
zeer onvoldoende en onbetrouwbaar is, en in de tweede plaats dewijl
den samensteller van het bijblad een factor ontbreekt die bij de
wording van de hulpkaart een voorname rol speelde, n. 1. het ge
heugen van den landmeter. Hij komt ook op tegen de uitgesproken
meening dat de bijbladen overbodig zouden zijn en zegt dat om de
minuutplans te sparen de bijbladen moeten gebezigd worden voor
het vervaardigen van de nette plans en de veldplans.
De heer Hoffmann, thans weder aan het woord zijnde, verschaft
zich de voldoening te constateeren dat zijn in het tijdschrift uitge
sproken stelling: „De bijbladen leveren stof niet alleen om een
„boom, maar een heel bosch er over op te, zetten", thans daad
werkelijk bewezen is. Hij acht zijn taak om de verschillende sprekers
te beantwoorden, reeds grootendeels door de heeren onderling verricht.
Blijkens het gesprokene door den heer Boer is deze het geheel
met hem eens. Hij wil echter verklaren dat hij is voor aftrekken,
uitsluitend aftrekken; hiervan worde alleen dan afgeweken, wanneer
hulpkaarten in behandeling komen van een landmeter, wiens veld-
opnemingen goed zijn, doch wiens kaarteering te wenschen overlaat.
Het aldus ontstaan bijblad acht hij vopr 't doel geschikt en hij
accepteert het volgaarne, zooals het er ligt, met fouten en al. Zelfs
t enkele geval waarin de heer Boer nog een rechtvaardiging van
't kaarteeren zou willen zien, n. 1. dat het bijblad wel eens zou
kunnen dienen voor grensuitzetting wordt door hem gewraakt.
Grensaanwijzing acht hij alleen mogelijk uit het minuutplan of
uit veldaanteekeningen.
In antwoord op 't bezwaar van den heer Gombault tegen 't
aanbrengen van kleuren, zegt hij, in de eerste plaats (zelfs bijna
uitsluitend) vernieuwing van bijbladen noodig te achten voor plans
die sterk geparcelleerd en sinds haar ontstaan veel gewijzigd zijn.
t Nut van een bijblad bij een polderplan waarop zoo goed als
niets gewijzigd is verklaart hij niet in te zien. Is eenmaal een
bijblad voor een plan met vele wijzingen gereed gekomen dan wil
hij dit nieuwe plan niet weer vernietigen door het te doen bijwerken,
doch het als vervolg op 't minuutplan in stand houden.
In dit stelsel past het aanbrengen van alle onderscheidingskleuren
en teekens die elk minuutplan bezit. Het wijzigen van de oriën
teering acht hij beslist verkeerd, 't Gemak van noordrichting is