132 dat de persoonlijke opvatting van den landmeter omtrent de plaats der eigendomsgrenzen zelden steunt op aanwijzing van één en na genoeg nimmer op aanwijzing van beide belanghebbende partijen, dat de verschillen tusschen twee op verschillende wijzen vervaardigde bijbladen bijna altijd uiterst gering zijn vergeleken bij de verschillen tusschen kaart en terrein, dan meent hij dat, zoo de nauwkeurigheid door kaarteering al niet geheel illusoir is, zij toch voor de daaraan gebrachte offers veel te duur wordt gekocht. De heer Gombault handhaaft zijn zienswijze dat de materiëele fout die zoo dikwijls is gemaakt bij 't aftrekken van den ouden stand voor de hulpkaart, kan worden hersteld door het bijblad te kaarteeren uit voorhanden zijnd veldwerk, 'twelk den heer Wage- maker doet vragen of de veldaanteekeningen waarop de nieuwe toestand van die onbetrouwbare hulpkaarten berust, dan wel zijn te vertrouwen. Nadat gedurende eenige minuten het debat zich heeft gestoken in 't gewaad van een vrij algemeen discours waarvan de woorden „kaarteeren" en „aftrekken" den grondtoon vormen en waarbij de heer %H es seis nog gelegenheid vindt op te merken dat hij bij zijn arbeid nimmer waarde heeft gehecht aan eenzijdige of contradictoire aanwijzing van scheidingen doch zich steeds op z'n minuutplan heeft verlaten, neemt de Voorzitter het woord en zegt dat hij zich heeft onthouden van debat omdat zijn ondervinding op 't gebied der bijbladen tot een verleden tijdvak behoort, tot den tijd waarin de waarde van 't bijblad alleen afhing van den materieelen toestand van 't papier en waarin men 't bijblad uitsluitend kende door den jaar- lijkschen last van het te moeten bijwerken. Hij is bij den aanvang van het werk in 1861 gedurende 4 jaren belast geweest met de vervaardiging bij bijbladen aan de bewaring Zwolle. In den beginne werden die bladen welke men nog eenigszins daarvoor geschikt achtte, na noodzakelijke verbetering hier en daar, behouden, en het ontbrekende van het minuutplan aangevuld; die welke al te slecht waren of waarop vele perceelen voorkwamen, zooals bijv. van steden, werden door een geheel nieuw blad vervangen. Het was toen gebruikelijk alleen dan te kaarteeren als de hulp- kaarten blijkbaar onnauwkeurig bewerkt waren of niet aaneensluitend te krijgen, terwijl ten slotte, als ook de kaarteering niet voldeed, terreinopname plaats had.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 132