154
inkoop van draag- en ploeg-vee enzom, na 5 jaar betalens, in
burger vrijdom over te gaan, en na vereffening van hunne schuld,
het door hen bebouwde land te kunnen koopen voor 100 rijksdaalders.
Nog werd besloten, zoo mogelijk de landerijen, waarop houtbosschen
staan, en welke aan particulieren verhuurd werden, na expiratie van
den huurtijd, publiek aan den meest biedende te verkoopen. Ook
werd er op aangedrongen, om voort te gaan met de opsporing van
alle landerijen, die zonder bekende eigenaren zijn, en mitsdien deze
landen te gelde te maken, indien niemand, na voorafgaande edictale
citatie, compareerde om zijne rechten, actie of pretentie te doen gelden.
Bij plakaat van 17 Februari 1752 zijn voorschriften van Wees-
meesteren opgenomen, nopens het verleenen van hypotheken op
gebouwen, staande in de Ooster- Voorstad van Batavia.
Hierbij werd hen toegestaan, om voort te gaan met beleeningen,
op de daarin gelegen huizen en erven, tot de helft van de getaxeerde
waarde, mits dat de beleeners daarenboven cautie stellen, ten genoege
van Weesmeestersen zich, zoowel als hunne borgen, verbinden, het
beleende kapitaal, bij opeisching, in termijnen af te lossen, binnen
den tijd van 10 jaren, gerekend van den dag der publikatie van de
waarschuwing.
In verband met het in eene vorige aflevering opgenomene, nopens
het landgoed Buitenzorgacht ik het niet ondienstig, de aandacht
te vestigen op den inhoud van het plakaat van 1 Augustus 1752.
Daarbij werd het land Kampong Bahroe" aan den regent van dat
land, radhen Wira Na ia, in eigendom afgestaan.
Het land was groot 1940000 Q roeden of 32331/» morgen\ de
koopprijs bedroeg 2500 rijksdaalders.
Als voorwaarde werd echter gesteld, dat daarop bleef rusten de
verplichte levering aan de Compagnie tegen de bepaalde prijzen
van koffie, peper, padi, indigo en katoenen garens.
Bij plakaat, van 15 September 1752, werd aan den lsten landmeter
te Batavia, eene belooning toegekend voor het aanwijzen van onbe
heerde erven.
Deze belooning bestond in 2°/0 uit het provenu van al zoodanige