156
brieven van erven en landerijen, dienaangaande, daarvan uitdrukkelijk
melding te maken.
Uit de generale missive van 30 December 1752 blijkt, dat van de
Jacatrasche landen weder eenige verkocht zijn, voor 15583,35 Rijks
daalders.
Bij plakaat van 16 Maart 1753 werd de bepaling opgenomen, dat
machtiging tot verkoop van vaste goederen, aan weezen toebehoorende,
verleend moest worden door het college van Schepenen, al stonden
de weezen onder de rechtsmacht van den Raad van Justitie.
Deze beslissing was een gevolg van een ter zake ontstaan geschil
tusschen beide colleges.
De considerans is de volgende: Vermits de dispositie, over ver
zoeken van dien aard, bepaaldelijk aan Schepenen alleen is gedeman-
deerd, op grond van het besluit der Regeering van 28 December
1695, daar nergens eenige distinctie werd gemaakt, en even als
opdrachten, overschrijvingen en verhypothekeeringen der vaste goe
deren voor Schepenen geschiedde, werd dit als een punt van magistratuur
geconsidereerd, en te kennen gegeven, dat de Raad van Justitie in
geenerlei wijze is concerneerende.
Bij dat van 26 Juli 1753 werden Weesmeesteren gemachtigd,
verhypothekeerde goederen, onder hunne administratie, te verkoopen,
hetzij onder 's hands of op publieke vendutie, wanneer zij den verkoop
in het belang hunner pupillen oordeelden.
Tot dien tijd gaf de Regeering wel eens gronden in leen uit, tot
zij, bij plakaat van 17 Augustus 1753, bepaalde, dat voortaan alle
verzoeken van dien aard, betreffende gronden gelegen in de nabijheid
van Bataviazouden worden afgewezen.
Bij plakaat van 13 November 1753 werd de Diaconie te Batavia
gemachtigd, aan bedeelde inlanders en geémancipeerden, perceelen
toe te kennen van een der niet ver van Batavia nog onbebouwd
liggende landen der compagnie.
Deze lieden zouden, door de Diaconievan akkerbouw gereed
schappen, melkkoeien enz. worden voorzien. Een gedeelte van de
opbrengst hunner producten zou dan ten voordeele komen van de
Diaconie. Ook moest de Diaconie voor woningen van die menschen zorgen.
Den 6den Juni 1755 werd haar het bestuur over het land Tji-Manggis
tot bovenbedoeld doeleinde toegewezen.