158 veiling dan wel onder de hand, of tegen taxatie zouden worden verkocht, onder bepaling, dat die verkoop zoude geschieden onder voorwaarde, dat al de servituten die daarop vóór den verkoop „ge- accrocheerd" zijn geweest, op die landen zouden blijven rusten. Dat men in die dagen niet van halve maatregelen hield, moge blijken uit het plakaat van 11 Februari 1757, waarbij de last werd gegeven tot 't herstellen van vervallen huizen enz. te Batavia. Den eigenaars of beheerders dier panden werd, te rekenen van 1 Maart 1757, drie maanden tijd gelaten om met de reparatie een wezenlijken aanvang te maken; gebeurde dit niet, dan zouden die huizen zoomede alle ledige erven, gronden en plaatsen, waarvan de fundamenten der huizen niet gelegd zijn, door Schepenen van Batavia die daartoe bij dat plakaat gemachtigd werden, voor rekening van de eigenaars verkocht wordenDe koopers waren bovendien ge houden, binnen den gestelden termijn, de vervallen huizen te repa- reeren en de ledige erven te bebouwen. In 't plakaat van 26 Augustus 1757 zijn voorschriften opgenomen ter zake van fidei-commissen. Daarbij werden namelijk maatregelen getroffen, om de schadelijke gewoonte der gemeene ingezetenen om bij testamentaire dispo- sitiën hunne vaste goederen met een fidei-commissairen band te be zwaren, tegen te gaan. Men schreef dit toe aan grillige concepten, om hunne namen, op die wijze, voor eenigen tijd in het geheugen te bewaren, óf aan sleur en eene ongegronde verbeelding dat het zoo behoorde te wezen, omdat anderen hen daarin waren voorgegaan; hoe het ook zij de Regeering meende, dat door deze „onberedeneerde gedoentens" vele landgoederen ongecultiveerd bleven liggen en binnen korten tijd in een barre wildernis zouden verkeeren, zoo ook dat zoodanige huizen, waaraan bijna nooit de hand gehouden werd, welhaast in „schuijl- nesten van dieven en allerleij snood gespuijs zouden veranderen", eindelijk instorten en in puinhoopen converteeren. Het werd daarom noodig geacht een „cordaat en efhcacieux be- sluijt te neemen, ten eijnde dit quaad door een spoedig werkend middel genezen werde". Boedelmeesters, te Bataviawerden aangeschreven, zoodra mogelijk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 158