172
moge het advertissement van 20 September 1668 en plakaat van
28 December 1685 alsnog hier eene plaats vinden.
Het luidt aldus
„Niemand zal eenige mijl of scheidspalen der landen, 't zij waar
,,'t ook mocht wezen, door Heemraden of den gewonen landmeter
„gezet of elders ingeslagen, mogen beschadigen, omver kappen of uit
halen, op poene van zes rijksdaalders, voor die daarop voor de
„eerste maal zal worden achterhaald en verder lijfstraf, na exigentie
„van zaken, indien zulks meermalen van iemand werd ondervonden".
In de tegenwoordige vigeerende bepalingen vindt men veel terug,
van 't geen onze voorvaderen reeds meer dan twee eeuwen geleden,
met hunne practischen blik in zaken, tot stand gebracht hadden.
Blijkens het plakaat van 6 Februari 1776 werd het landgoed
„Buitenzorg," met de daaraan grenzende „Kampong Bahroe," door
den Gouverneur-Generaal J. van Riemsdijk, voor de somma
van 40500 Rds., buiten 's Heeren en andere gerechtigheden, van
de weduwe van den vorigen G. G. P. A. van der Par ra, over
genomen.
In verband daarmede vinde dat van 29 September 1780 hier eene
plaats. Daarin toch werd vermeld, dat het landgoed Buitenzorg
op den Gouverneur-Generaal Mr. W. A, Alting is overgegaan, die
het had gekocht van vrouwe Francina Westpalm douairière van
den Gouverneur-Generaal Reijnier de Klerk.
In de vergadering deelde Z.Edelh. mede, dat hij het had overge
nomen voor den in de resoluties van den 6den Februari 1776
en 31 October 1777 vermelden prijs van 41500 Rds., ongerekend
de op hetzelve zijnde goederen en de ongelden, op den verkoop
vallende.
Karakteristiek moge het zeker heeten, dat terwijl men van hooger
hand er steeds op uit was van de ingezetenen te halen wat er van
te halen was deze hooge Waardigheidsbekleeder zich niet geneerde,
om in deze vergadering het verzoek te doen van de betaling dier
ongelden, bestaande in 2075 Rds. voor 's Heeren gerechtigheid of
den 20sten penning en 1037V2 R^s. ^Vg percent voor den koop
brief bevrijd te mogen blijven; daarbij aannemende om, wanneer de
Hoog Edele Heeren zeventienen niet mochten goedvinden het accor-