VERSLAG der RIJKSCOMMISSIE voor graadmeting en waterpassing aangaande hare werkzaamheden gedurende het jaar 1895. De Nederlandsche Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing nam dit jaar op de 1 lde algemeene vergadering te Berlijn een zeer werkzaam aandeel in de totstandkoming der vernieuwing van de overeenkomst voor de internationale Vereeniging voor aardmeting. Deze overeenkomst is aan het Verslag toegevoegd. Dit Verslag luidt verder als volgt: Werkzaamheden der Commissie. Het is der Commissie aangenaam hier te kunnen vermelden dat in het afgeloopen jaar het gebouw voor Geodesie te Delft gereed gekomen is en, voor zooverre het de Commissie aangaat, bij proces-verbaal van 15 Mei 1895 door haren secretaris in gebruik is over genomen. De Commissie vindt daarin ruimschoots de gelegenheid voor het laten uitvoeren der berekeningen en de voorbereiding der verschillende haar opgedragen werkzaamheden, vooral wat betreft de driehoeksmeting. De werkzaamheden der Commissie hadden in 1895 betrekking op: de primaire driehoeksmeting; de secundaire driehoeksmeting; de slingerproeven; de getijwaarnemingen, en de sterrekundige waarnemingen. Primaire driehoeksmeting. Ter vervanging van de twee ingenieurs die blijkens ons vorig jaarverslag bij de Rijkstelegraphie waren overgegaan, werden met 1°. Januari 1895 als zoodanig benoemd de civiel-ingenieurs H. J. Verhellouw en S. Mulder. De Commissie kon daardoor bij den aan vang der terreinwerkzaamheden over zeven ingenieurs beschikken; een hiervan, de heer F. J. H. M. Thijs, kon daaraan echter geen deel nemen, aan vankelijk door eene ongesteldheid en later door zijne benoeming tot assistent voor de Geodesie aan de Polytechnische School. Hoewel de heer Thijs hierdoor aan de eigenlijke metingen geen deel kan nemen, blijft hij toch aan de Commissie verbonden voor verschillende werkzaamheden, die vooral tijdens de afwezigheid der overige ingenieurs in Delft te verrichten zijn. 1) De opneming van dit verslag werd door bijzondere omstandigheden vertraagd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 190