193
Tusschen deze metingen door en na afloop daarvan werden, behalve op
de punten zelve waar gemeten werd, nog centreeringsmetingen uitgevoerd op
de hoofdpunten Flierenberg en Naarden en op een zestal tusschenpunten.
De ingenieur van Eyk Bijleveld ving zijne metingen aan op het station
Zalt-Bommel, alwaar de zes hoofdrichtingen Rhenen, Oss, Oirschot, Ooster
hout, Gorinchem en Utrecht, benevens een vijftal tusschenrichtingen waren
op te meten. Daarna kwam Gorinchem aan de beurt met de hoofdrichtingen
Utrecht, Zalt-Bommel, Oosterhout, Dordrecht en Gouda, benevens drie tusschen
richtingen.
Na eene korte onderbreking, ten einde in Delft de hierna te vermelden
metingen uit te voeren, werd het station Dordrecht bezet, waar op twee pijlers
gemeten moest worden naar de hoofdpunten Gouda, Gorinchem, Oosterhout,
Oud-Gastel en Rotterdam en naar een vijftal tusschenpunten. Vervolgens
werden in Oud-Gastel de hoofdrichtingen Rotterdam, Dordrecht, Oosterhout,
Hoogstraeten, Bergen-op-Zoom en Middelharnis, benevens een zestal tusschen
richtingen opgenomen. Eindelijk werd nog het station Bergen-op-Zoom bezet
met de zes hoofdrichtingen Oud-Gastel, Hoogstraeten, Hulst, Kloetinge, Zierik-
zee en Middelharnis, benevens drie tusschenrichtingen. Behalve op de punten
waar gemeten werd, werden centreeringsmetingen uitgevoerd op de hoofd
punten Rotterdam en Gouda en op acht tusschenpunten, en werden vast
leggingen aangebracht op de punten Kloetinge, Hulst, Zierikzee en Middelharnis.
Gedurende de wintermaanden werden in Delft de berekeningen uitgevoerd
die noodig zijn om uit de gedane metingen de resultaten af te leiden. Tevens
werden de metervergelijkingen, waarvan in ons verslag over het jaar 1893
sprake was, voortgezet. De vroeger uitgevoerde metingen van de meters
onderling en met den platina-irridiummeter n°. 27 werden in J anuari bij zeer
lage temperatuur herhaald en tevens werd laatstgenoemde meter vergeleken
met den Nederlandschen standaardmeter, die daartoe ontzegeld werd. Daar
die vergelijkingen ook bij hoogere temperatuur moesten plaats hebben en dit
in het lokaal waar de comparateur was opgesteld niet anders dan in den
zomer kon plaats hebben en de comparateur in Juli naar het alsdan te be
trekken gebouw voor geodesie zou worden overgebracht en het tevens wensche-
lijk was dat die metingen zooveel mogelijk plaats hadden onder dezelfde om
standigheden waaronder de vroegere metingen waren uitgevoerd, werden die
metingen in de maand Juni door de ingenieurs Heuvelink en van Eyk
Bijleveld verricht. De berekening van die metingen kon eerst, ten einde
de terreinwerkzaamheden niet langer dan noodig was te onderbreken, in het
najaar worden uitgevoerd.
Secundaire driehoeksmeting. Zooals reeds bij de metingen van de eerste
orde vermeld werd, werden tijdens die metingen op de hoofdpunten eene
reeks van tusschenpunten ingesteld ter uitbreiding van het net, om daardoor