194 meer aansluitingspunten voor de secundaire driehoeksmeting te verkrijgen. Als zoodanig werden ingesteld van uit Rhenen de punten Lunterensche heide, Eist, Nijmegen, Tiel en Kuilenburg. Van uit Imbosch, dat, zooals reeds vermeld is, speciaal voor dit doel bezet werd, de punten Eist, Deventer, Hoch-Elten en Lunterensche heide. Van uit Veluwe de punten Wolberg, Zwolle, Beekbergen en Elburg. Van uit Amersfoort de punten Bunschoten en Lunterensche heide en van uit Utrecht de punten Kuilenburg, Beest, Schoonhoven, Woerden, Nieuwkoop en Loenen. Door de tweede ploeg werden als zoodanig ingesteld van uit Zalt-Bommel de punten Tiel, 's Hertogenbosch, Tilburg, Beest en Kuilenburg, van uit Gorinchem de punten Beest, Geertruidenberg en Schoonhoven. Van uit Dordrecht de punten Zevenbergen, Willemstad, Schoonhoven, Geertruidenberg en Numansdorp. Van uit Oud-Gastel de punten Zevenbergen, Breda, Poort vliet, Steenbergen, Willemstad en Numansdorp en van uit Bergen-op-Zoom de punten Steenbergen, Waarde ên Poortvliet. Bovendien werden, voor zooveel de gelegenheid zich voordeed, nog een honderdtal torens als nevenpunten ingesteld, om later als punten van de tweede of van lagere orde gebruikt te kunnen worden. Behalve deze metingen werd ter voorbereiding van de secundaire driehoeks meting overgegaan tot de aanschaffing van de daarvoor noodige instrumenten. Voor de uitvoering van de eigenlijke hoekmetingen werden bij den heer Wanschaff te Berlijn vier theodolieten van 21 centimeter en voor de cen- treeringsmetingen vier theodolieten van 14 centimeter besteld. Tegen het einde van het jaar werd van iedere soort een exemplaar ontvangen en in de speciaal daarvoor ingerichte zaal in het nieuwe gebouw onderzocht en goed bevonden. De overige zullen in den loop van het jaar 1896 worden geleverd. Behalve deze instrumenten werden verschillende hulpinstrumenten, die bij de centreeringen moeten dienen, besteld en reeds gedeeltelijk ontvangen. Met het aanschaffen en het onderzoek van de verdere instrumenten voor deze metingen zal in 1896 worden voortgegaan. Slingerproeven. In de eerste dagen van Mei 1895 ontvingen wij uit Parijs den slinger terug, welke in September 1894 daarheen was verzonden, ten einde de messen juist te doen afslijpen en definitief te justeeren. Met den zoo afgewerkten slinger had de luitenant-kolonel Defforges te Parijs eene bepaling van de zwaartekracht verricht en dadelijk nadat de slinger en de hulptoestellen uit Parijs waren ontvangen, zijn van 14 tot 21 Mei twee der gelijke bepalingen in de sterrenwacht te Leiden volbracht, de eerste door H. G. van de Sande Bakhuyzen en E. F. van de Sande Bakhuyzen, de tweede door E. F. van de Sande Bakhuyzen en J. H. Wilterdink. Zoodra de in Parijs verkregen uitkomsten aan ons zullen zijn medegedeeld, kunnen wij eene nieuwe waarde afleiden van het verschil in de zwaartekracht

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 194