195 te Parijs en te Leiden, welke grootheid reeds vroeger in het najaar van 1892 was bepaald. Bij deze waarnemingen bedienden wij ons van de pendule en de toestel voor de coïncidenties, die wij van het Dépot de la guerre te Parijs ter leen hadden ontvangen, daar wij nog geen afzonderlijk uurwerk voor onzen slinger toestel hebben doen vervaardigen. Getijwaarnemingen. Voornamelijk hebben wij ons bezig gehouden met het bepalen van de geschiktste methoden ter voorspelling van de hoogten en de tijdstippen van hoogwater uit de door ons bepaalde formules voor de water hoogten. Wij hebben daarop de handelwijze, die ons het best voorkwam, toegepast op de berekening van getijtafels voor den Hoek van Holland in 1896, die op het einde van het vorige jaar zijn uitgegeven. Daar de gegevens, waarop die getijtafels berusten, afgeleid zijn uit de waarnemingen van een enkel jaar, is het mogelijk dat de vergelijking van de voorspelde en de waar te nemen hoogten en tijdstippen van hoogwater nog eenige systematische afwijkingen in de tafels zullen doen ontdekken. Behalve deze getijtafels is ook nog de formule berekend van de waterhoogte te Hoek van Holland, uit de waarnemingen van het jaar 1893, deze sluit vrij goed met de overeenkomstige formule uit de waarnemingen van 1892 afgeleid. Sterrekundige waarnemingen. De heer Pannekoek, doctorandus in de wis- en sterrekunde, heeft zich gedurende het voorgaande jaar op de sterren wacht te Leiden bezig gehouden met eene azimutsbepaling van de richting Leiden-Delft, eene breedtebepaling van Leiden en tijdsbepalingen volgens de methode van Döllen door waarnemingen van doorgangen van sterren door de vertikaal van de poolster, alle met het universaal instrument van Repsold toebehoorende aan de sterrenwacht te Leiden. Nadat hij getoond had in die waarnemingen voldoende bedreven te zijn, werd hij 1 October 1895 door de Commissie als assistent voor de sterrekundige plaatsbepalingen aangesteld, met het doel hem in den loop van dit jaar in verschillende punten van ons driehoeksnet breedte en azimuth te doen bepalen. ïntusschen is hij bezig met de herleiding van de in 1893 volbrachte waarnemingen ter bepaling van het lengteverschil Leiden-Ubagsberg. Leiden, 22 Februari 1896. De Rijks-Commissie voor Graadmeting en Waterpassing H. G. v. d. Sande Bakhuyzen, Voorzitter. Ch. M. Schols, Secretaris.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 195