22 echter ten gevolge, dat eene .commission extra-parlementaire du cadastre" werd benoemd. Deze Commissie had eene drieledige taak te vervullen, nl. 1°. de grondslagen aan te wijzen voor de opmaking van een kadaster, dat kan voldoen aan de behoeften van den fiscus en tevens kan strekken om de grensen van den eigendom te verzekeren. 2°. de herziening van de wetgeving op de onroerende goederen voor te bereiden, en 3°. de middelen daartoe aan te wijzen. In verband met de haar opgedragen taak splitste die commissie zich in 3 sub-commissies. De Juridische sub-commissie stelde voor om het Torrensstelsel, geënt op het Duitsche grondboekstelsel aan te nemen, met het eigendomsperceel (ilot de propriété) de uitgestrektheid gronds bestaande uit een of meer in dezelfde kadastrale gemeente en sectie aaneen gelegen en aan denzelfden eigenaar toebehoorende belasting- perceelen als grondboekeenheid. De grenzen der „ilots de propriété" zouden vóór de opmeting door de eigenaren moeten worden vastgesteld onder contradictoir debat. De spreker meende zich te moeten bepalen tot de mededeeling der conclusiën van de juridische sub-commissie, om eenigszins langer te kunnen vertoeven bij het gedeelte van het omvangrijk rapport der parlementaire commissie, dat handelt over de werkzaamheden van de technische sub-commissie. De technische sub-commissie had een drieledig onderzoek ingesteld, en wel 1°. Naar de mogelijkheid om de oude, voornamelijk tusschen 1810 en 1850 opgemaakte, maar niet bijgehouden kadastrale kaar ten door herziening geschikt te maken voor het nieuwe kadaster. Uit dit onderzoek is gebleken, dat het kadaster voor 4/s als onge schikt voor herziening moest worden vernieuwd, terwijl het overige V5, hoofdzakelijk bergstreken en bosschen omvattende, kon worden herzien. 2°. Werd een onderzoek ingesteld naar den toestand der grenzen van de eigendommen met de uitkomst, dat ruim 1/3 der eigendommen bleken onafgepaald te zijn, 1/3 was afgepaald door middel van grens- steenen en bijna V3 door de zoogenaamde „bornage continu", 3°. Werd beoordeeld welke de beste methode van perceelmeting is.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 22