23
Omtrent dit laatste onderdeel van haar onderzoek kwam de tech
nische sub-commissie tot het besluit om naast de lijnmeting ook de
tacheometrische opneming, eveneens verricht in verband met eene
voorafgaande driehoeks- en polygoonmeting, te moeten doen toepassen.
De metingen zouden overigens op zoodanige wijze moeten worden
uitgevoerd, dat vergissingen uit de verzamelde gegevens zullen blij leen
en dus onmiddellijk kunnen worden hersteld, voorts met eene nauw
keurigheid voldoende om verloren geraakte of verplaatste grenzen ten
allen tijde weder op het terrein te kunnen aanwijzen, door gebruik
te maken van die eenmaal verkregen gegevens.
Wat betreft de verplichting om de grenzen voortdurend afgebakend
te houden meende de juridische sub-commissie niet verder te mogen
gaan dan met het stellen van deze verplichting aan den Staat, de
gemeenten en de corporaties.
Aan de hand van het rapport der extra-parlementaire commissie
meende de spreker er nog op te moeten wijzen hoe groot het aantal
prosessen is, die in Frankrijk over grenskwesties worden gevoerd, en welke
enorme sommen somtijds door dergelijke processen worden verslonden.
Toen komende tot de conclusie aan het slot van zijne voordracht,
wees de heer Boer op de overeenstemming, welke bestaat tusschen
de uitspraken van de Fransche Staatscommissie en die van de Ver-
eeniging voor Kadaster en Landmeetkunde in Nederland. Deze Ver.
is dus reeds lang op den goeden weg.
Het onderzoek in Frankrijk ingesteld heeft in het licht gesteld,
dat de tijd van handelend optreden daar is.
Slechts een eenvoudig kadaster-wetje is noodig
Blijft de Nederl. regeering echter voortgaan met het doen uitvoeren
van kostbare hermetingen van gemeenten voor het kadaster, op de
thans algemeen veroordeelde grondslagen, dan maakt zij zich schuldig
aan roekelooze verspilling van 'stands geldmiddelen!
Met een daverend applaus werd de heer Boer beloond voor de
moeite, welke hij zich had getroost om zijne belangrijke voordracht
voor te bereiden, en de voorzitter was ongetwijfeld de tolk van alle
aanwezige leden toen hij den spreker met van waardeering getuigende
woorden dankzegde voor diens boeiende improvisatie 1), waarvan slechts
Te veel eer. (B.)