34 Nu heeft de Minister gelijk, dat hij zich verdedigt, en in zekeren zin wil ik daaraan recht doen wedervaren. De Minister zegt: ik wil niet allen over ééne kam scheren; ik ook niet, ik heb gezegd, dat in zekere gevallen traktementsverhooging gewettigd is, en dit houd ik vol. De Minister heeft gezegd, dat ieder geval op zichzelf beoordeeld moet worden. Zeer juist, maar de Minister kan niet beletten dat daarna belang hebbenden en de leden der Kamer toch de verschillende traktementen met elkander gaan vergelijken, en dat dan de billijkheid wordt betoogd om het bestaande verschil weg te nemen; maar dan krijgt men het zoogenaamde bascule-systeem, dat al sinds jaren hier is toegepast: het eene jaar eene ver hooging van deze categorie van ambtenaren, het andere jaar weer voor eene andere. Alle hout is geen timmerhout, zegt de Minister verder. Natuurlijk, maar ik weet, dat onder diegenen die zich voor eene betrekking aanmelden, er zeer velen zijn die volkomen geschikt zijn, doch die alleen niet geplaatst worden omdat er geen plaatsen open zijn. Dat er uitzicht moet bestaan op eene billijke promotie kan ik toegeven Indien dus de Minister ten aanzien van de landmeters eene regeling wil voorstellen, om te voorzien in den buitengewoon ongunstigen toestand waarin die ambtenaren verkeeren, ten gevolge van eene te groote uitbreiding, die in vroegere jaren aan dat korps is gegeven, dan ben ik gaarne bereid daartoe mede te werkenmaar dit kan geen traktementsverhooging worden genoemd, omdat het een maatregel van tijdelijken aard kan zijn. Maar wanneer de Minister voortgaat met traktementsverhoogingen die naar mijne meening niet door de omstandigheden worden gewettigd, dan zou ik hem niet kunnen steunen bij die wetsontwerpen welke moeten strekken om de inkomsten van 'sRijks schatkist te verstrekken. De geachte afgevaardigde uit Assen, de heer Willinge, heeft mij gisteren bestreden, maar ik doe hem opmerken dat ik geenszins speciaal het oog had op de kleine ambtenaren. Ik heb in het bijzonder ook gewezen op de traktementen der surnumerairs bij de registratie en die worden getrokken uit eene klasse der maatschappij, waaruit in den regel de kleine ambtenaren niet voortkomen. Ik heb in het algemeen gezegd om in de tegenwoordige tijds omstandigheden de tractementen en loonen niet te verhoogen, en ik neem goen woord terug van het gisteren door mij gesprokene. Dezelfde geachte spreker zeide ook dat ambtenaren geen koopwaren zijn. Zeer juist; maar de traktementen en loonen hangen toch af van de prijzen der koopwaren; zijn deze zeer laag en zijn ze steeds dalende dan zullen ook de traktementen en de loonen moeten dalenwant die loonen en traktementen moeten betaald worden uit de prijzen der producten, de inkomsten en de winsten. Nu kan men beweren, dat zij geen verband met elkaar houdenik

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 34