BERICHTEN.
Bij K. B. van 30 Dec. 1895 N°. 33 zijn met ingang van 1 Jan.
1896 benoemd tot landmeter der 3e klasse van het kadaster: L. J.
Roborgh, A. N. Hamelberg, C. A. M. Oosterman en Th.
L. Kwisthout, allen adspirant-landmeters van het kadaster; tot
landmeter der 4e klasse van het kadasterH. R. Pijls, J. J. Roelofsen,
G. Oldenziel, A. G. Th. de Neijn van Hoogwerff, P. J. F.
Kater, en J. W. ten Braak, allen adspirant-landmeters van het
kadaster en L. F. Leijendeekers, geexamineerd en beeedigd
landmeter.
Bij K. B. van 31 December 1895 N°. 48 is met ingang van
1 Januari 1896 benoemd tot boekhouder van het kadaster H. C. F. E.
van Andel, teekenaar van het kadaster. Genoemde boekhouder
is werkzaam gesteld aan de bewaring van de hypotheken en het
kadaster te Alkmaar.
Voor het in November en December 1895 gehouden examen voor
adspirant-landmeter van het kadaster hadden zich aangemeld 38
candidaten, waarvan 3 wegens onvoldoend gezichtsvermogen zijn
afgekeurd. Naar den uitslag van het examen heeft de minister met
1 Februari 1896 tot adspirant-landmeter van het kadaster aangesteld
R. A. de Wal te Deventer, J. H. J. Houben te Heer, G. S.
Neuteboom te Veendam, J. H. Smeets te Schiedam, G. A.
Struijck teZutfen, J. F. A. v. Riessen te Zutfen, J. Z. Kerkhoff
te Amersfoort, J. D. Krijgsman te Oud-Beierland, J. A. Soer te
sGravenhage, J. H. Raeven te Horn, F. A. L. Kater te Roermond,
B. G. Deddes te Rotterdam, A. Buning te Assen, C. H. B. de
Korver te Vlaardingen en A. Kriebel te Hoorn. Zij zijn werkzaam
gesteld voor de kadastrale boekhouding aan de navolgende bewaringen,
te Leiden de Wal, Maastricht Houben, Winschoten Neuteboom,