46
onaantastbare 1) eigenaar, of men heeft volstrekt geen recht op de
„zaak. De feitelijke bezitters zullen in het geheel geen recht hebben,
„dat zij het goed in handen hebben en genieten is een onrecht
„niet alleen tegenover den waarlijk gerechtigde, wiens bezit en genot
„zij beletten, maar absoluut, tegenover elk en een iegelijk. Het is
„een onrechtmatig feit en niets anders. Het (positieve stelsel) gaat
„uit van de onderstelling, dat de personen, die bij de invoering van
„het stelsel als de absoluutx) gerechtigden, als de ware eigenaars in
„den meest ideëelen zin van het woord aan te merken zijn, zijn
„uitgevonden." 2)
Tegenover deze uitspraken en de door Mr. Hamaker geadop
teerde definities in gelijken geest van de heeren Prof. Land
A. Moll en J. C. Bourn an (zie dit tijdschr. XI, bl. 47) stelde ik
den inhoud van de Pruisische wet op de eigendomsverkrijging van
5 Mei 1872 nl:
5. Behalve in geval van vrijwillige vervreemding3) wordt de
eigendom van onroerend goed verworven overeenkomstig het gewone
recht.
9. De inschrijving van een eigendomsovergang en hare gevolgen
kunnen, overeenkomstig de voorschriften van het burgerlijk recht,
worden betwist. Evenwel blijven onaangetast de intusschen door
derden, onder bezwarenden titel en in het geloof te goeder trouw
aan de juistheid van het grondboek, verkregen rechten. Tegen dit
nadeel kan de eischer zich vrijwaren, door eene aanteekening in het
grondboek, in te schrijven op bevel van den procesrechter.
10. Ook mag worden ingesteld eene rechtsvordering op grond
der rechtshandeling, die als rechtsgrond voor de vestiging (Auf-
lassung) gold. Een gebrek in den vorm der rechtshandeling wordt
echter door de vestiging gedekt.
Maar, vraagt Mr. Hamaker, „volgt hieruit, dat de ten onrechte
„als eigenaar ingeschrevene, zoolang dit het geval is, geen eigenaar
Door mij gecursiveerd.
Rechtsgel. Mag. 1893, blz. 4-50, 455, 456.
3) Deze vindt in Pruisen plaats door inschrijving op grond der vestiging
voor den grondboekrechter, in andere Staten op grond eener authentieke
akte.