52
„Voor zoover met de voorgestelde verbeteringen beoogd wordt,
tot het positieve stelsel te naderen, verdienen zij zelfs niet den naam
van halve maatregelen, niet zoozeer omdat de verwachte voordeelen
gering zijn en er nadeelen tegenover staan, maar omdat zij niet
geven en niet geven kunnen het ééne groote voordeel, waarbij alle
andere in het niet vallen. Dat groote voordeel, dat bereikbaar wordt
door de „öffentliche Glaube" van het grondboek, bestaat hierin, dat
een kooper of geldschieter den rechtstoestand van een onroerend goed
met een oogopslag kan overzien en er zich op kan verlaten.
Eerst daardoor wordt hem de gelegenheid geopend, zelf zijne zaken
te behandelen. Eerst daardoor wordt de weg geëffend naar de
verkeersvrijheid, een weg, in het grondboekstelsel weder gedeel
telijk versperd door de verificatie, maar in het Torrensstelsel en vrij."
Deze met vette letters in ditTijdschr. bl. 136 en in het Rechtsgel. Mag.
bl. 292 gedrukte conclusie wordt door Mr. Hamaker niet medegedeeld.
Zij zou een ietwat zonderling licht geworpen hebben op de volgende bewe
ring „Nu blijkt, plotseling mag ik wel zeggen, dat de woorden positie!
„of negatief bij hem niet dezen zin hebben zullen we in beginsel
„vasthouden aan het bij ons bestaande stelsel van registers met den
„aankleve van dien, of wel zullen we het Duitsche of soortgelijk
„stelsel invoeren maar dezen zullen we tegen bona fide verkrijgers
„van zaken en zakelijke rechten, al of niet, opvorderings-acties zoo
veel mogelijk afsnijden Hoe de heer Boer tot deze verplaatsing
„van het vraagstuk gekomen is, is niet twijfelachtighij staat hier
„onder den invloed van niemand minder dan den tegenwoordigen
„staatsraad Mr. J. P. Moltzer" (Weekblad 1895, blz. 674).
Dat „plotseling mag ik wel zeggen" klinkt wel een beetje kluchtig
en hoe gaarne ik overigens in Mr. Moltzer een vertrouwbaren
leidsman wil erkennen, moet ik toch herinneren dat de aanhef van
mijn reeds in 1890 verschenen brochure: Verkrijging van onroe
rende zakenluidende „De beteekenis van een stelsel van wetgeving
op de verkrijging en bezwaring van onroerende goederen houdt ver
band met de vervolgbaarheid van zakelijk recht" den grondtoon
ongetwijfeld verdwijnen, zoodra vaststaat, dat aan de goede trouw van den
derden verkrijger, tengevolge de invoering der openbare geloofwaardigheid
van het grondboek, niet meer te betwijfelen valt.