53
aangeeft van het geheele werk, en dat mijne later verschenen ge
schriften denzelfden geest ademen.
Mr. Hamaker roept mij toe „voet bij stuk", het vraagstuk, wat
moet het in Nederland zijn, een positief of een negatief stelsel luidt
nu eenmaal zoo als het door dien Schrijver, voor het eerst in 1893,
is geformuleerd. Door daarvan af te wijken, ga ik de quaestie
„verwateren", „verschuiven", „onklaar maken''
Welnu, laat ons voet bij stuk houden door thans nog het nega
tieve stelsel te bezien van het standpunt van mijn geachten bestrijder.
Het zakelijk recht wordt verkregen niet door de overschrijving
maar door den titel, het transport 1), In deze opvatting staat Mr.
Hamaker onder de schrijvers, naar ik meen, tot nog toe vrijwel
alleen, doch gesteld zij was juist, gelegen in de „historische lijn'
dan belet niets, haar ook toe te passen onder een positief stelsel,
zoodat ik er mij hier niet verder mee behoef bezig te houden.
Het eenig rechtsgevolg van de aanbieding ter overschrijving eener
akte is dan het verzekeren van den rang van verschillende rechts
handelingen van denzelfden eigenaar over eenzelfde onroerende zaak.
Het dagregister is mitsdien het hoofdregister, de registers van in-
en overschrijving en de andere vormen slechts het „bijwerk". Daarom
mogen geen aanteekeningen in die registers worden voorgeschreven
van feiten, welke op de handelingsbevoegdheid van eigenaars van
invloed zijn, want reeds dan zou de verzekering der rangorde op
houden te zijn de „eenige eigenaardigheid" van onze registers, immers
het eenige dat rechtsgevolgen heeft. „De registers moeten zijn,
„zuiver en niets anders, dan middelen ter bepaling van den rang van
„rechtshandelingen en vonnissen, waardoor rechten op onroerend goed
Het onder zakelijk recht wordt door Mr. H. verstaan volgens het Weekblad
1894 blz. 181 een recht, dat tusschen partijen werkt, „de werking van de
overdracht tegen derden (wordt) van de overschrijving afhankelijk gesteld".
Volgens Weekbl. 1896 blz. 2 is dit een misverstand en moest er staan tegen
„sommige derden" volgens blz. 3 kol. 1 moet „de overeenkomst het zakelijk
recht doen verkrijgen tegenover hem die het ons geeft en tegenover derden
in het algemeen", volgens kol. 2 dier bladz. moet „vestiging van zakelijk
recht niet anders kunnen geschieden dan bij akte van transporten moet
de verbintenis alleen het persoonlijk recht verschaffen. Aan klaarheid schijnen
mij die uitspraken wel iets te wenschen over te laten.