55 nemen, door een onderzoek in te stellen naar de bezwaardheid van een perceel in een van Utrechts nieuwe buitenwijken, een perceel nl: zooals er honderden in de zich uitbreidende groote steden zijn aan te wijzen, een perceel, waarvan de hypotheekbewaarder na een onder zoek van één, of van enkele uren, een certificaat van onbezwaardheid afgeeft. Ik onderstel dat Mr. Hamaker, „kijkende uit eigen oogen" en ten einde zeer hooge onkosten voor een staat van inschrijvingen te vermijden, zelf den weg vindt in de registers, een staat van afstamming van het perceel uit tientallen moederperceelen, na 1879 ontstaan, samenstelt en uit de daarop staande tientallen inschrijvingen de noodige aanteekeningen maakt, zonder notitie te nemen van de roijementen. Ik ga een stap verder en waag de stoute onderstelling dat de Hoogleeraar, doende wat des hypotheekbewaarders is, doch waaraan de meesten hunner zich niet wagen, door raadpleging van een groot aantal hulpkaarten weet uit te maken dat er van die lange reeks inschrijvingen slechts eenigen betrekking kunnen hebben op het bedoelde perceel. Nu begint dus buiten de registers het eigenlijke onderzoek of de hypotheken zijn tenietgegaan. Worden daarna de resultaten van dat onderzoek, het aantal dagen en de kosten er aan besteed, de ondervonden bezwaren enz. medegedeeld in het Weekblad waarschijnlijk luidt dan het resultaat: zelfs al zijn geen bezwaren van buitengewonen aard ondervonden en al is met nagenoeg absolute zekerheid uitgemaakt, dat de hypotheken werkelijk zijn teniet gegaan het is wel zoo secuur en heel wat gemakkelijker zijn geld in Staats fondsen te beleggen dan in hypotheken; voor kleinere bedragen worden de kosten veel te hoog, zoodat de hypotheek zou komen buiten het bereik van den kleinen man. Een onderwerp als het onderhavige moet men niet enkel van zijne theoretische, maar ook van zijne practische zijde leeren kennen om wettelijke hervormingen tot stand te brengen, die niet enkel blijk geven van logica en consequentie, maar ook rekening houden met bestaande toestanden en de behoeften van het verkeer. Dat het recht in de eerste plaats in overeenstemming moet zijn met de behoeften van het practische leven, is toch, naar ik meen, ook de opinie van den schrijver van „Het Recht en de Maatschappij." De nieuwe richting in de Rechtswetenschap „kan als object van haar „onderzoek slechts aannemen de menschelijke samenleving zelve, het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 55