56
„maatschappelijk leven der menschen zooals het feitelijk bestaat
„Hare taak is de maatschappij in haren samenhang te begrijpen.
„Het is haar om causaliteit niet om logica, om beschrijven niet om
„redeneeren te doen Niet de begrippen omtrent de ma tschappij,
„de rechtsbegrippen, maar de maatschappij zelve, het maatschappelijk
„leven der menschen zelf, is het voorwerp, dat de rechtswetenschap
„onderzoekt en kennen wil" 2).
Schoone theorieën, jammer slechts dat het bij theorie blijft. Het
maatschappelijk verschijnsel door Mr. Hamaker zelf erkend, dat
het publiek thans stelt een „gevaarlijk vertrouwen in de inlichtingen,
ten hypotheek- en kadasterkantore verkregen," het feit voorts, het
brutaal feit, dat nagenoeg alle onderzoek, door de theorie van
het negatieve stelsel geeischt, eenvoudig wordt nagelaten, het
feit eindelijk dat het publiek niet kan kijken uit eigen oogen
en zich dus moet verlaten op niet verantwoordelijke en niet te
controleeren tusschenpersonen, dat alles moest, bij toepassing
van de theorie omtrent de nieuwe richting in de rechtsweten
schap, er logisch en consequent toe leiden de openbare geloofwaar
digheid van een grondboek in te voeren. Eerst daardoor wordt het
mogelijk, alles wat op den rechtstoestand van een onroerend goed
betrekking heeft op een grondboekblad te vereenigen, zoodat be
langhebbenden met een oogopslag dien toestand kunnen overzien,
er zich op verlaten, en, niet meer afhankelijk van tusschenpersonen, in
„volle vrijheid en naar eigen inzicht hunne belangen kunnen behartigen".
Doch juist het tegendeel zal geschieden
Het gevaarlijk vertrouwen in de inlichtingen ten hypotheek- en
kadasterkantore den kop ingedrukt, de doorhaling der inschrijving
afgeschaft, aan het publiek de onmogelijke eisch gesteld ook onder het
negatieve stelsel te kijken uit eigen oogenniet het recht moet zich richten
naar de behoeften van het maatschappelijk leven, doch omgekeerd de
maatschappij moet worden gefatsoeneerd naar de inzichten van juristen
So erben sich Gesetz und Rechte
Wie eine ew'ge Krankheit fort
I. BOER, Hz.
Mr. Hamaker, het recht en de maatschappij, bl. 121.
2) T. z. p., bl. 53.