62
Van de verplichte vakken kunnen er geene worden weggelaten behande
ling van nieuwe vakken is noodig.
Splitsing van diploma's moet worden ontraden, doch daarentegen behoort
gelegenheid gegeven te worden tot het verkrijgen van een bewijs van voldoend
afgelegd examen in eén of meerdere vakken, niet behoorende tot de vak
school, waarin het diploma is verkregen.
Eene verlenging van den studietijd wordt door de geheele commissie als
een bezwaar erkendover de noodzakelijkheid daarvan, bepaaldelijk voor de
civiel-ingenieurs en voor de bouwkundige ingenieurs, bleven de gevoelens
verdeeld.
Geen nieuwe diploma's behooren op dit oogenblik reeds verkrijgbaar te
worden gesteld.
Het vakonderwijs, hetzij voor alle, hetzij voor enkele afdeelingen, behoort
te worden uitgebreid, eensdeels door toevoeging van nieuwe vakken ander
deels door uitbreiding van bestaande leergangen
In de practijk zal elk ingenieur, tot welke vakschool hij ook moge behoord
hebben, de ondervinding opdoen, dat dèlr de grenslijnen veel minder scherp
zijn afgebakend en zal hij dikwijls gedwongen zijn, zich ook te bewegen op
een gebied, dat hij tijdens zijne studie geleerd heeft te moeten beschouwen
als uitsluitend voor een collega te zijn aangewezen
Het behoeft derhalve geen verwondering te baren, wanneer geklaagd wordt,
dat de bestaande diploma's niet overeenkomen met de behoeften der praktijk.
In de Commissie is het denkbeeld geopperd, om hieraan te gemoet te
komen, door slechts een algemeen ingenieurs-diploma beschikbaar te stellen,
dat verkregen zoude kunnen worden door ieder, die voldoende bewijzen van
bekwaamheid zoude hebben gegeven in twee technische vakken, als bijv.
water- en werktuigbouwkunde, burgerlijke- en waterbouwkunde enz. De
commissie vermeent eene dergelijke wijziging niet te mogen aanbevelen.
Vooreerst toch zoude zoodoende eene splitsing worden ingevoerd, in strijd
met de bestaande organisatie der verschillende takken van dienst op het
gebied der openbare werkenBovendien echter zoude het bezwaar,
door ons erkend, niet weggenomen, doch slechts verplaatst worden en de
algemeene titel van ingenieur slechts in schijn een verschil bedekken, dat in
werkelijkheid even goed blijft bestaan
Het kan na het bovenstaande geene verwondering baren, als de commissie
verklaart, evenmin het diploma van landmeetkundig-ingenieur te kunnen aan
bevelen.
Onze landmeters toch vinden, in tegenstelling met „hetgeen buitenslands wel
wordt aangetroffen, slechts in Staatsdienst eene betrekking. De Staat be
hoort dus hier voor te gaan met het creeeren der betrekking, of waar zij
reeds bestaat,"^ met het vaststellen van de eischen voor de benoembaarheid,
wat niet tot de bevoegdheid van deze commissie behoort. Intusschen aarzelt