6 heid ten behoeve van derden verkrijgers na openbaarmaking van het vonnis van uitwijzing. Bleef dit beginsel doorwerken ook bij opvol gende verkrijgingen, men zou het positief stelsel in optima forma hebben. Zooals de zaak nu geregeld is, moet men het onderzoek steeds uitstrekken tot het laatste vonnis van uitwijzing, zoodat op den duur het nuttig effect dier uitwijzing weer verloren gaat. Mr. T e n d e 1 o o komt met kracht op tegen de uit gemakzucht geboren strooming die Nederlandsche wetten onveranderd in Indië wil invoeren. Men moet rekening houden met het groote verschil in maatschappelijke toestanden. Meer nog dan in Nederland is in Indië naast rechtszekerheid gemakkelijkheid in het verkeer een eisch des tijds. De Europeesche bevolking aldaar is eene vlottende. Bij terugkeer naar het Moederland, dikwijls wegens ziekte of andere redenen vrij plotseling noodig geworden, is het van groot belang, zijne vaste goederen spoedig te kunnen realiseeren. Wat de eischen van het verkeer betreft komen de Indische toestanden veel meer overeen met de Australische dan met de Nederlandsche. „Ik geloof niet", zegt Schrijver, „dat één deskundige, op de hoogte van Indische toestanden, aarzelen zou om, indien het vast staat dat men daar te lande een positief stelsel verlangt, aan dat van Sir Robert Torrens de voorkeur te geven, welks inrichting volkomen er op berekend is om, zonder te kort te doen aan de rechtszekerheid en aan de vei ligheid van 't verkeer, de gemakkelijkheid hierin zooveel mogelijk te bevorderen" (bl. 127.) Van harte hopen we, dat de jonge Doctor in de rechtswetenschap succes moge hebben, dat zijn streven in zijn schoon geboorteland aan den evenaar bijval moge vinden, doch wij vreezen dat ook in Indië de geest, die de juristen bezielt, meer invloed zal hebben dan de belangen, de wenschen, het rechtsgevoel der belanghebbenden. Zooals we reeds opmerkten is Mr. Tendeloo niet eenzijdig te werk gegaan doch heeft ook de toepassing van het specialiteitsbe ginsel in zijn onderzoek betrokken. Zijne beschouwingen en voor stellen over het Indisch kadaster schijnen ons zoo belangrijk, vooral voor onze Indische lezers, dat we niet alleen eenige uitvoerigheid in ons verslag gewenscht achten, doch den Schrijver zelf zooveel mogelijk het woord zullen geven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 6